I
61
wapende verdedigingsstelling, veel te zwak van vermogen en
te gering in hoeveelheid om kans te hebben den strijd, zelfs
tegen het veldgeschut des aanvallers te kunnen volhouden, veel
te zwaar met betrekking tot zijn ballistisch vermogen en dat
veel te langzaam vuurt; mobiel geschut in te geringe mate
aanwezig om aan de zwakheid en moeilijke verplaatsbaarheid
van het positiegeschut naar eisch te gemoet te komen; geen
snelvuurgeschut, geen rookzwak kruit als geschutlading, geen
tijdschokbuis, geen buis met dubbelen sasring voor granaat
kartetsvuur op groote afstandenalles verouderd en van geringe
kracht. Hoe weinig zou die Artillerie vermogen bij te brengen
tot steun der Infanterie, die, vertrouwend op haar uitmuntend
geweer, op de zoo vaak beproefde bekwaamheid harer aanvoer
ders, op hare in den aanhoudenden strijd tegen inlandsche vijan
den gestaalde krachten en verworven geoefendheid, op hare
volkomen bekendheid met het terrein, gewoon te overwinnen,
den strijd met de grootste opgewektheid tegemoet 'zou gaan in
de verwachting dat ook nu de zege aan haar zal zijn; maar
dan met schrik ondervinden zou hoe geheel anders die strijd
is wanneer ook de vijand over artillerie, en goede, beschikt,
hoe ontzettend zwaar hare taak wordt als de eigen artillerie
haar niet de verzekering geven kan, dat zij die artillerie der
tegenpartij voor hare rekening neemt.
Dan zou blijken hoeveel in ieder gevalwelk verdedigings
stelsel ook worde gevolgd, onmisbaar noodig is, mits slechts het
beginsel: er zal verdedigd toorden onomstootelijk vaststaat.
En de Hemel beware het Koninkrijk der Nederlanden en
Hare Majesteit onze geëerbiedigde Koningin voor een Regeering,
die dat beginsel zou durven loslaten.
Die vermoedelijke uitkomst van zulk een oorlog bepaalt juist
de richting, waarin in de laatste jaren door de artillerie kon
worden gewerkt. De omstandigheid, dat bijna alle vroeger
gebouwde versterkingen, als door den loop der gebeurtenissen
en de wijziging der inzichten overbodig of onbruikbaar geworden,
zijn opgeheven en nog niet door iets nieuws en beters zijn
vervangen een overgangstoestand, waarvan nauwelijks vurig