VOORWOORD.
Waar allen jubelen bij het aanstaande feestnu H. M. de Koningin
de Regeering zal aanvaardenvoelde de redactie van het Indisch
Militair Tijdschrift zichals orgaan van het Legergedrongen den
heuglijken dag te vieren door de uitgave van een feestnummer.
Aan mij vroeg zij een enkel woord ter inleiding.
Mag het echter noodig heeten een woord ter inleiding te spreken
bij de uitgave van een feestnummer als dit; terwijl ik dat woord
zou moeten richten tot de officieren van het Nederlandsch-Indisch
legerofficierendie tegenover eiken telg van het Vorstelijk Huis van
Oranje houw en trouw zouden zijn als gevolg van een sedert eeuwen
door dat Huis verkregen rechten die thans bezield zijn met de
hoogste geestdriftnu zich in de persoon van H. M. de Koningin
naast dat veroverde onbetwistbare recht doet gelden al datgenewat
ridderlijke harten in gloed zet en dringt tot grenzenlooze eerbiedige
toewijding en offervaardigheid?
Neentegenover de officieren van het Nederlcmdsch-Indische leger
behoeft het feestnummer op den 18m jaardag van Hare Majesteit
geene inleiding.
Een woord niet totmaar namens de officieren van het Ne-
derlandsch-Indische leger vinde hier zijne plaats; een enkel woord
dat uiting geeft aan het gevoel van dankbaarheid, dat in ons woont,
en van de hoop voor de toekomst die ons bezielt.
Vervuld van diepe erkentelijkheid tegenover H. M. onze geëerbie
digde Koningin-Regentes stijge dan eene dankbede omhoog voor het
voorrechtdat het een telg uit het Huis van Oranje gegeven is op
den 31m Augustus 1898 de Regeering te aanvaarden, en smeeken wij
voor de toekomst daarbij af, dat Hare Majesteit naast eene voor
spoedige Regeering al datgene moge worden geschonken, wat een
leven waarachtig gelukkig maakt.
SWART,
Luit. Generaal.