74 Gelijk bekend is, waren onze eerste aanrakingen met Atjeh van minder gunstigen aard, hetgeen voornamelijk moet worden toegeschreven aan den invloed der Portugeezen en Spanjaarden. Van de twee bevelhebbers der Zeeuwsche schepen de Leeuw en de Leeuwinde eerste Nederlandsche schepen, die Indië bezochten en den 21sten Juni 1599 op de reede van Atjeh het anker lieten vallen, werd er een, Corfelis de Houtman, met het grootste gedeelte van het scheepsvolk verraderlijk ver moord, terwijl zijn broeder Frederik met een achttal schepelin gen ruim twee jaar in Atjehsche gevangenschap moest zuchten. Een tweede tocht naar Atjeh onder den Yice-Admiraal Pau- lus van Caerden was even ongelukkig, terwijl een nieuwe po ging, aangewend door de voorhoede der groote vloot, welke uit gerust door de Oude Compagnie te Amsterdam, den 31sten Juli 1600 onder bevel van den Vice-Admiraal Jacob Wilkens voor Atjeh verscheen, schipbreuk leed op de nog steeds vijandige gezindheid der bevolking De Roy en Bikker zouden echter gelukkiger zijn; zij kwa men op een oogenblik, dat de Sultan Alaoe„'d-din Ri'ajat Sjah ontstemd was over de houding zijner Spaansche bond- genooten. De handige Zeeuwen wisten dan ook te verkrijgen dat de Houtman en de zijnen zonder losprijs werden vrijgelaten en dat er op Atjeh een handelsfactorij „de Zeeland" werd opgericht. In het werk „Atjeh en de Atjineezen" van den gepensionneerden kolonel der artillerie A. J. A. Gerlach, die ter zake van dezen tocht zijn gegevens geput heeft uit twee zeer belangrijke ver halen voorkomende onder No. NYI en XVII in de Verzameling der onuitgegeven stukken van het oud-kolohiaal archief.lezen wij omtrent de ontvangst te Atjeh onder meer het volgende: De scheepsbevelhebbers werden door Atjehsche edelen van boord gehaald, „ende insonderheijt isser geprepareert ende „toegemaeckt een oliphant, waarop de brieven van zijne excel lentie (prins Maurits), gelegd zijn met al sulcke presenten als „aen Zijne Majesteit waren gedestineert, dewelcke hij alle in „weerde ende met grooten eere ontfangen heeft, de capiteinen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 90