80 werd aan het leger bekend gemaakt bij dagorder van 4 October 1859, die aldus luidde: „Het heeft Z. M. onzen geëerbiedigden Koning behaagd Hoogst „deszelfs landgoed Bronbeek aan den Yelperweg nabij Arnhem, „gelegen in een der schoonste en gezondste streken van Neder land, ten geschenke te geven tot de oprigting van het Kolo niaal militair Invalidenhuis, tot welks daarstelling reeds „vroegen was besloten, zullende spoedig de vereischte maatrege len worden genomen hetzelve voor zijne nieuwe bestemming „in te rigten. „Wij haasten ons" zegt Z. E. de Minister van Koloniën „deze „grootmoedige schenking van den Koninklijken beschermheer „van het daar te stellen Invalidenhuis te vermelden, als een „nieuw en openbaar blijk van 's Konings hooge belangstelling „in het leger in 's Rijks overzeesche bezittingen, waardoor den „ouden en door den vijand verwonden soldaat eene onbezorgde „toekomst wordt bereid. „En" vervolgt Z. E. „verheugen wij ons in het vooruitzicht, „dat nu spoedig de gelegenheid zal aanwezig zijn om den inva lide der Koloniale landmagt, ter belooning van bewezen diensten, „met liefderijke zorgen te omringen, ten einde voor hem een „schoon verleden te verbinden aan een gelukkig heden, niet „minder is het te wenschen, dat zulk een bemoedigend vooruit zicht vele onzer landgenooten zal opwekken tot vrijwillige „dienstneming bij het Indisch leger, dat zoo menigvuldige blij - „ken geeft van moed, beleid en trouw." Nadat een woonhuis en wat verder noodig was, was bijgebouwd, kon de stichting op den 19en Februari 1868 den verjaardag des stichters door den Commandant, den generaal majoor J. C. J. Smits geopend worden Het zij verre van mij eene beschrijving te willen geven of de lotgevallen te willen vermelden van het schoone, alom bekende en bewonderde Bronbeek. Wie de Inrichting niet met eigen oogen heeft gezien, vindt daarvan eene mooie, volledige beschrijving in het in 1881 door den toenmaligen Commandant, generaal- majoor Smits, uitgegeven Gedenkboek. (ji r

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 96