Jil 81 Het is evenmin mijn voornemen, na te gaan, hoe velen In- dischen militairen het schoone landgoed een gelukkig en tevreden bestaan heeft verschaft. De inrichting is, naar den wensch des stichters, steeds geweest een heerlijk oord voor den oud soldaat het heeft menigeen, wien anders een kommervol leven, een hopeloozen strijd wachtte, een onbezorgden, welverpleeg den, aangenamen avond zijn levens verschaft. Mijn doel was slechts te wijzen op een enkele groote en grootsche daad van onzen Koning, die alleen daarom den naam van „den G-oede" zou hebben verdiend, een eeretitel, Hem zoo van harte door het Indische Leger toegekend. De herinnering aan die edele daad van Haren doorluchtigen "Vader moge ons met des te meer eerbied doen opzien tot Haar, die weldra als onze Koningin over ons zal regeeren; ze moge ons nog tot meerdere dankbaarheid stemmen jegens ons Vor stenhuis ze moge ons in ons hart den eed doen herhalen, den eed van trouw, door ons afgelegd. De. W. Pauw. Officier van gezondheid 1' klasse. I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1898 | | pagina 97