90 somd, onvermijdelijk tot verhooging van het ballistisch vermogen, zijn wij genaderd tot de vraag, hoe de manoeuvreervaardigheid ver hoogd kau worden. Hieronder zullen wij eenige punten aangeven, welke o.i. in hooge mate van invloed op de tactische bruikbaarheid der bereden artillerie zijn. De manoeuvreervaardigheid zal in de eerste plaats afhangen van de geoefendheid. In het begin van dit opstel is reeds met klem gewezen op de noodzakelijkheid van algeheele afscheiding van bere den en niet-bereden artillerie. Wij behoeven hier dus niet nader op terug te komen. Verder zal de manoeuvreervaardigheid nog door eenige veranderingen verbeterd kuunen worden, weike hieronder zul len worden genoemd en toegelicht. Veldartillerie. De veldartillerie van het Nederlandsch-Indische leger heeft uitsluitend inlanders als stukrijders. Het eenige voordeel van den inlandschen ruiter is zijn gering gewicht: overigens mist hij vrij wel alle goede ruitereigenschappen en bezit daarentegen alle slechte. Wij willen niet beweren, dat dit in alle opzichten zijn eigen schuld is veel ervan kan men gerust op rekening van zijne opleiding stellen. Boven is dit reeds met een enkel woord aangegeven. Voeg daarbij nog, dat de paarden op zeer primitieve wijze door inlandsohe remonte- rijders worden afgericht en waarlijk, men moet er zich over verwonderen, dat het nog niet slechter gaat, waarvoor wij ons uit stekend, leerzaam en goedaardig paardenmateriaal niet genoeg kunnen waardeeren. Men moet er zich over verbazen, hoe of onze paarden, niettegenstaande hun gebrekkige africhting, in allo omstandigheden zich weten te schikken. Den eenen dag in het span met een stuk rijder erop, die op een vreeselijke wijze zit te knoeien, den anderen dag beladen met munitiekisten of broko's, afwisselend rijpaard, trekpaard (bijdehandsch of vandehandsch) en draagpaard, zal ons troepenpaard zelden of nooit weigeren aan de hem gestelde opdracht te voldoen. Hoe uitstekend zou onze veldartillerie niet zijn, wanneer ze ra tioneel ware ingericht! Zooals ze nu is, zal ze in den regel als een remschoen op de haar vergezellende infanterie werken en zullen de aan haar bestede sommen renteloos blijven. Wij gelooven dus de volgende verbeteringen gebiedend noodza kelijk te mogen noemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 102