95 Den aankoop van muildieren in China moet men echter niet aan onzen consul aldaar opdrageD, doch aan een commissie van deskun digen. Welke slechte ondervinding heeft men al niet opgedaan, o. a. bij de bezending van December 1897! En toch kunnen onze berg- batterijen de muildieren volstrekt niet missen! Wat hierboven bij de veldartillerie over de stukrijders en hun opleiding gezegd is, geldt in dezelfde mate van de geleiders hier. Een groote onbillijkheid is het opdragen van den dienst van geleider aan inlandsche kanon niers, daar deze minder tractement ontvangen, dan zij, die er spe ciaal voor worden opgeleid. Bovendien moet hun eerst poetsen en geleiden worden geleerd, hetgeen niet in het belang van de oefeningen is. Men zorge dus voor een voldoende aantal geleiders. Hoewel het zeer gemakkelijk ware, indien de artilieriepaarden alle tegelijk rij-, trek- en draagpaard konden zijn, gelooven wij niet, dat zulks op den duur goed zou blijken. Een draagpaard moet zijn dooden last leeren dragen en zich daartoe o. a. een bepaalde wijze van gaan aanwennen. Heeft een dier geruimen tijd niet gedragen en laat men het dan een flinken marsch met munitiekisten maken, tien tegen ééD, dat het gedrukt thuis komt. Wij zouden daarom in overweging willen geven de artilieriepaarden bepaaldelijk te on derscheiden in trekpaarden en draagpaarden. De trekpaarden moeten dan zoodanig gebouwd zijp, dat ze tevens dienst kunnen doen ala rijpaard, hetgeen volstrekt geen onmogelijke eisch is. Wat boven gezegd is omtrent doelverkenners, éclaireurs en huip- waarnemers, geldt evenzeer voor de bergartillerie. De manoeuvreervaardigheid der bergartillerie is aanmerkelijk ver hoogd door het vormen van de pionierafdeeling. Deze pionierafdee ling bestaat uit 1 Eur. onderofficier of korporaal (bereden), 4 Eur. en 2 inl. kanonniers en is, behalve met het gewone pioniergeteed- schap, uitgerust met zeer licht bamboe brugmaterieel, vervoerd door dwangarbeiders of draagdieren. Hiermede worden niet alleen te diepe slooten overgetrokken, doch ook moerassige plaatsen door ze met stukken bruggedek te beleggen. Per sectie moet men zoo'n pionierafdeeling hebben, die uitsluitend voor de artillerie dient. Evenals een veldbatterij kan een bergbatterij één harer reserve affuiten missen en sehaffe men de ranseldraagpaarden af. Men moet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 107