99 kisten ophaken, eveneens uur, terwijl men te voren gedurende uur ongeveer bezig moet zijn geweest met schoonwrijven van rug en borst en reinigen der oogen). Zooals reeds opgemerkt, konden wij de noodzakelijke sterkte der niet-bereden artillerie niet vaststellen, daar ons de in te nemen posi ties bij een aanval van buiten niet bekend zijn. Hetzelfde geldt gedeeltelijk van het materieel. Toch kunnen wij hieromtrent eecige punten releveeren. Yan het bestaande materieel der vestingartillerie kan alleen het kanon van 7 c.M. L. A„ door zijn zeer juist schot goede diensten bewijzeD. Het spreekt van zelf, dat men aan dit kaliber alleen niet genoeg heeft. Het kanon van 12 c.M. K, A. was vroeger wel een bruikbare vuurmond, doch het zachte geschutmetaal heeft veel geleden, zoodat elk stuk er thans een baan op zich zelf op Dahoudt. Het komt ons voor, dat lange, stalen kanonnen van 12 c.M. en dito mortieren van 12 en 15 c.M. uitstekende diensten zullen bewijzen. Deze vuurmonden toch zijn niet te zwaar, kunnen dus in den a.s. positie-oorlog langs de goede wegen, die uien overal op Java vindt of anders per Decauville-spoor, zonder veel moeite ver voerd worden en hebben een zeer groot ballistisch vermogen. Vergissen wij ons niet, dan is reeds overgegaan tot den aankoop van stalen houwitsers en mortieren van 12 c.M. De Gardner mi trailleurs zullen ter verdediging van accessen, flanken, enz,, zeer goede diensten kunnen bewijzen, vooral als ze worden ingericht tot het verschieten van 6,5 m.M. patronen. De veldaffuit is echter te zwaar en onpractisch; bij het vuren komt b.v. de horizontale arm van den patroonhouder tegen het rad en moet dus de mitrailleur ten opzichte van het affuitlijf schuin worden gezet. Verder zouden wij licht snelvuurgeschut wenschen ter vervanging van de voorladers van het uitvalgeschut, zooals bo ven reeds is uiteengezet. Deze vuurmonden kunnen ook in versterkte plaatsen en op posten tegen een inlandschen vijand worden gebe zigd. Het bronzen voorlaadgeschut verwijze men naar den smelt oven; de oude ijzeren vuurmonden geve men over aan de genie of aan den waterstaat voor schamppalen of verkoope ze als ballast. Dl. I, 1899. 7

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 111