125 Met hen werd te 5 uur 30 V. M. den terugmarsch naar Kota Ram- bong aangenomen. Onderweg ontmoette de colonne eenige met ge weren gewapende Atjehers; op het zien der in de voorhoede geplaat ste hoofden, niet goed wetende wat te doen, konden zij gemakkelijk door de onzen gegrepen en medegenomen worden. Te 6 uur 15 Y.M. werd Kota Rambong bereikt en van daar na een korte rust de terugtocht naar het bivak Teupin Raja aangeno men; te 8 uur 30 werd dit door den troep bereikt. Op dea terug tocht ontmoette men tal van Atjehers, doch geen schot werd er gelost. De in den afgeloopen nacht gedane vangst moet zeer belangrijk geheeten worden. Potjoet di Rambong is misschien de meest in vloedrijke en tevens de rijkste onder alle Pedirsche hoofden; zoo als spoedig blijken zou waren geen opofferingen den verwanten oelèëba- langs te zwaar om haar te bevrijdendoor het opvatten van Tjoet Manja bestond alle kans eindelijk onze tegenstander T. Bin Peukan in handen te krijgen; met T Béntara Gloempang Pajong viel een berucht rooverhoofdman in onze handen, die tot het laatste het verzet had gaande gehouden. Deu 6den September werd voortgegaan met den wegarbeid en de terrein opname. Dezen dag meldden zich de Kedjoeroeans van Aron, Langiën, Troeséb en Moesa, benevens de beide zoons van T. Béntara Gloem pang Pajoeng. Den 7den September vertrokken twee compagnieën van het 14da Baton. met den algemeenen trein naar de Geudè Endjoeng tot het afhalen van vivres en het wegbrengen der voornaamste gevangenen, die per oorlogsbodem naar Segli zouden worden overgevoerd. Om 7 uur afgemarcheerd, werd om 9 uur Y.M. de Geudè bereikt. De lage waterstand belette op dat uur het binnenvallen der prauwen, zoodat tot 12 uur gewacht moest worden alvorens de vivres konden worden overgenomen. Om 3 uur 30 ST.M. was de colonne in het bivak terug. Ook dezen dag werd voor terreinopname benut, welke werkzaam-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 137