135
T. Hasjém, het hoofd van Klibeuët, vluchtte naar Gigiëng en
kwam eerst den volgenden dag terug, nadat de bende was afge
trokken, daartoe gedwongen door het spoedig optreden onzer troepen,
waardoor nog in tijds werd voorkomen, dat in eigenlijk Pidië de
bevolking wegliep, evenals dit het geval was in alle andere gampongs,
die de bende was doorgetrokken.
Bij excursies in de II Moekims Troeséb, het heuvelterrein ten
Zuidwesten van den Glé Siblah, naar de Blang Keudah, Meumprèë
en Tamsé ondernomen, werd nergens bevolking aangetroffen.
De voornamelijk in het heuvelterrein aanwezige schuilplaatsen van
gevluchte gampongbewoners, de z. g. d. djunboers, en bergplaatsen
van door vluchtelingen meegevoerde goederen, werden aan de vlam-
men prijsgegeven, ten einde de bevolking te dwingen die wijkplaatsen
te verlaten en naar haar gampongs in de vlakte terug te keeren. Op
latere tochten bleek dit middel inderdaad doel te hebben getroffen o. a.
met betrekking tot een deel van de IX Moekims Keumangan en
van Keumala, waar tengevolge van dien maatregel de bevolking der
uitgestrekte gampongs Chdjong Rirnba, Paloh, Didoh, Keumala Raja
en Seuriweuë genoodzaakt was, naar haar gampongs terug te keeren.
In gampong Arèë kwam het Moekirahoofd, Imeum Sjech, met
een tiental huisgezinnen terug en in de VII Moekims Pidië was de
bevolking steeds in de gampongs aanwezig, met uitzondering van
die der gampong Seuleunggoh, welke bevreesd was voor represailles
van onzen kant wegens vijandelijkheden uit hun gampong door vol
gelingen van T. Panglima Pölém op onze troepen gepleegd.
Over het geheel genomen, is het meerendeel der bevolking thans
teruggekeerd in die gedeelten van de Pedir-streek, waarvan de
hoofden zich aan ons gezag hebben onderworpen en waar geen on
ruststokers het bij voortduring onveilig maken, zooals o. a. in LaDgga,
gebied van T. Béntara Tjoembo door zekeren T. Hadji Kasém, een
geestdrijver, geschiedde, totdat vijf van diens volgelingen werden
afgemaakt en van verdere rustverstoring geen sprake meer was.
Bij het veelvuldig patrouilleeren onzer troepen nemen de gampong
bewoners niet meer, als vroeger gebeurde, in allerijl de vlucht en op
den duur zullen zij er wel aan gewend raken, dat onze patrouilles
geregeld de gampongs bezoeken.