139 Na herstel van zijn verwonding kwam T. Meuntroë Garot weder in de Pedir-streek terug, waar hij afwisselend verblijf hield in Pedroeë en in Neulöb Maté of Lantjoh, gelegen in het gebied van T. Béotara Gloempang Pajong. Als een gevolg van de arrestatie van zijn vrouw en kinderen, wendde hij, door bemiddeling van Potjoet Taman Sari, de weduwe van wijlen T. di Didoh, thans gehuwd met T. Tji Meureudoe en zuster van T. Bén Peukan, reeds pogingen aan, om door het Bestuur in genade te worden aangenomen. De onderhandelingen omtrent zijn onderwerping bleven echter wegens de door het Bestuur gestelde hooge eischen als waarborg voor zijn voortdurende goede gezindheid, nog hangende. Uit het voorafgaande zal gebleken zijn, dat de vijand, gedurende bovenbedoeld tijdsverloop, al zeer weinig activiteit toonde en zich bepaalde tot weinig beduidende beschietingen. Aanhoudend patrouilleeren, gepaard aan een streng en rechtvaardig optreden, bestendigde het ontzag voor onze wapenen en door nachte lijke verrassingen werd een heilzame schrik teweeggebracht onder de bendehoofden en hun volgelingen, wier ongestoord verblijf in de IX Moekims Keumangan vrijwel onmogelijk werd gemaakt. Door het aanleggen van een patrouilleweg tusschen Segli en Tjot M jerong, waarvan het grootste gedeelte reeds is voltooid, wordt den vijand de gelegenheid bemoeilijkt, om zich in het Westelijk gedeelte van de Pedir-streek, waar dan ook, te nestelen; de transportweg van Segli naar de Y1I Moekims Pedir is nagenoeg gereed en zal ons in ver band tot een voorgenomen vestiging in dat gebied in staat stellen, om T. Pauglima Pölém te beletten, daar te verblijven zoomede om een einde te maken aan de vijandelijkheden, die Toeankoe Moehamat van uit Laweuëng zou willen plegen. Met het maken van een derden weg, loopende van Segli door de III Moekims Gigiëng, de III Moekims Blang Ra'oa Wangsa, Ië Leubeuë, Oenoë en Gloempang Pajong naar Teupin Raja, werd bereids aangevangen, waardoor binnenkort ook een snelle verplaatsing van troepen naar het Oostelijk gedeelte van de Pedir-streek mogelijk wordt gemaakt. Aan dezen weg kan echter dan eerst met kracht worden voortgewerkt, wanneer de tegenstand, welke nu nog in de III

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 151