142
Zoo maakten op den 16den September in het bivak Teupin Raja
de onder invloed van Ndjong verkeerende Oelèëbalangs van de II
Moekims Troeséb, de III Moekims Aron, Moesa en Langiën, daartoe
opgeroepen door den wd. Oelèëbalang van Ndjong hun opwachting bij
den gouverneur, die van Amoet en Tanoh Mirah, staande ouder den
invloed van T. Keudjroeën Aron op den 9den September bij den
colonne-commandant in het bivak te Tandjong.
Vergezeld door T. Béntara Tjoembo kwam T. Béntara Titeuë den
llden September te Segli en op dienzelfden dag T. Oelèëbalang Tjoet,
T Poetéh genaamd, van de II Moekims Arèë, begeleid door de
hoofden van Pidië
T. Keudjroeën Blang Keumala met een zijner invloedrijke bloed
verwanten T. Mahmoed en T. Manja, een broer van T. Bén Keumala»
werden op den 14den September te Segli bij den gouverneur toege
laten, waar zich nader op den 17den September de hoofden der tot
de federatie VI bohoorende en in sommige opzichten zelfstandige
moekims Gigiëng Merandéb, Tjö'-Djadja en Teungoeë, met name T.
Itneum Moehamat Joesoep, T. Keudjroeën Oebit, en T. Oebit, de laatste
als gemachtigde en vertegenwoordiger van zijn oom T. di Barat, die
wegens zijn hoogen leeftijd zich liet verontschuldigen, zoomede de
onder het gezag van Ndjong ressorteerende Oelèëbalang van Triëng
Gadéng, T Panglima Triëng Gadéng op den 23aten September, hebben
aangemeld. Na door den gouverneur te zijn ontvangen bij zijn
terugkomst uit Penang, keerde T. Sjahboedin, Oelèëbalang van Panté
Radja, naar zijn gebied terug. Hij maakte den 17den September
zijn opwachting bij den commandant der colonne, die in zijn gebied
een excursie maakte, evenaU het hoofd van Pendoeë, T. Tjihik
Pendoeë, op den 28sten September.
T. Béntara Gloempang Pajong die bij de komst onzer troepen
naar Beureunoen was gevlucht en blijkbaar niet van plan scheen,
om zich goedschiks aan ons gezag te onderwerpen werd in den
nacht van 5 op 6 September in de Koeta Beureunoen gevangen
genomen en daarna naar Koeta Radja opgezonden in afwachting van
een beslissing omtrent de regeling van het bestuur ia zijn gebied,
waarmede voorloopig zijn zoon T. Gam werd belast, nadat deze op
den 64en September zich met zijn jongeren broeder bij den Gouver-