146 De reeds geïnde bedragen werden tevens uitgekeerd, terwijl van T. Béntara Paleuëh maandelijks een som van 75 zou wor den ingehouden, totdat een hem wegens verschillende vergrijpen opgelegde boete van 1000 zou zijn aangezuiverd, en van T. Mail Ië Leubeuë 150 's maaods, totdat een in zijn gebied gepleegde zeeroof tot klaarheid en berechting zou zijn gebracht. Yoor Pedir werd een regeling getroffen, waarbij voor den vervolge alle inkomsten van het Oelèëbalangschap door het Bestuur zullen worden beheerd, ten einde daaruit aan den waarnemenden Oelèë- balang, eenige andere hoofden en vrouwelijke familieleden van T. Radja Pakèh een vaste maandelijksche bezoldiging toe te kennen en aan alle hoofden, waaronder ook de petoewa's, belooningen te schenken, waarvan het bedrag afhankelijk wordt gesteld van de diensten, door hen in het belang van orde en veiligheid bewezen. Het voornemen bestaat voorts, om de Oelèëbalangs der binnen lands gelegen staatjes door toekenning van een aandeel iu de hasil, geheven bij invoer van artikelen voor hun gebied bestemd of uit hun land uitgevoerd, bij de verlevendiging van handel en welvaart, zoomede bij een rustige orde van zaken te interesseeren, zullende deze aangelegenheid eerst dan definitief geregeld kunnen worden, als het bestuur volledig van de dienaangaande thans bestaande toestanden op de hoogte zal zijn. Op verzoek van T. Béntara Paleuëh werd aan diens broeder T. Hoesen en eenige andere personen, die in zijn gebied woonachtig, aan vijandelijkheden tegen onze troepen hadden deelgenomen, ver giffenis geschonken onder voorwaarde, dat zij zich voor 't vervolg rustig zouden houden, waarvoor T. Béntara Paleuëh verklaarde in in te staan. Zekere Nja Sarong, die vóór het optreden van onze troepen een werkzaam aandeel had gehad in de besprekingen, die tijdens de vergaderingen van de vijandig-gezinde partij te Garot zijn gehouden en die er steeds op uit is geweest, om T. Béntara Paleuh van verkeerden raad te dienen, werd echter van deze amnestie uit gesloten, zoolang hij niet aan den gestelden eisch tot inlevering van drie beaumontgeweren heeft voldaan. In de geheele Pedir-streek, ook in het Oostelijk gedeelte met name Panté Radja, Triëng Gadéng, en Pendoeë, dat van 26 tot en met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 158