tillerie te velde en vestingartillerie rationeel, ja in het belang van
de zaak gebiedend noodzakelijk is? Zeer uitvoerig is dit o. a. uit
eengezet in de lezing van den toenmaligen 1™ luitenant der artillerie
M. C. van der Hoog, gehouden in de Vereeniging tot beoefening
der Krijgswetenschap, den 25en Oct. 1895, waarnaar wij verder
verwijzen. Laten wij nu nagaan, hoe of zich de Indische artillerie
in dit opzicht gedraagt.
De artillerie-troepen ia Indië worden verdeeld in 23 compagnieën
(doorloopend genummerd), waarvan de le, 26, 3°, 4e, 5®, 10", 18een
21® de acht veld- en bergbatterijen (resp. de 1® veld-, 2® veld-, 3®
berg-, 4® berg-, 2® berg-, 3e veld-, le berg-,en 4® veldbatterij) vormen.
Zeven compagnieën vormen de vestingartillerie op Java, nl. de 7®,
9®, 13®, 15®, 16e, 17® en 23®, resp. de 1®, 2®,7® compagnie
vestingartillerie. De acht overige compagnieën vormen de artillerie
der buitenbezittingen, genoemd naar het gewest, waarin ze gelegerd
zijn; zoo spreekt men van de 11® compagnie artillerie of de com
pagnie van Amboina en Ternate. Verder zij opgemerkt, dat het per
soneel van de artillerie der buitenbezittingen behoort tot de categorie
vestingartillerie, behalve 2 secties bergartillerie behoorende bij de 14®
compagnie (Sumatra's Westkust) en 1 sectie bergartillerie, behoo
rende bij de 2® compagnie (Celebes, Menado en Timor).
Het bovenstaande doet reeds vermoeden, dat er van scheiding tus-
schen het bereden en niet-bereden gedeelte (1) geen sprake is. Waar
men toch spreekt van een aantal compagnieën artillerie, zonder meer,
heeft het den schijn, dat ze samen één korps vormen en dus
geljjksoortig zijn. Het eerste is waar, het laatste niet. Afscheiding
bestaat er wel tusschen bereden en niet-bereden artillerie, maar al
leen wat betreft de onderofficieren en minderen, niet wat betreft de
officieren, d.w.z. de officieren kunnen van een veld- of bergbatterij
naar een vestingcompagnie worden overgeplaatst en omgekeerd. Zelfs
de splitsing der onderofficieren en minderen heeft men, naar 't schijnt,
nog niet geheel durven doorvoeren. Art. 11 van de Instructie voor
(1) Kortheidshalve en ook om de algemeene gewoonte te volgen, zullen wij voor
taan van deze benamingen gebruik maken, hoewel de uitdrukkingen artillerie te velde
en vestingartillerie juister zjjn. Het al of niet bereden zjjn is slechts een gevolg van
het tactisoh gebruik, waarloe elke categorie bestemd is.