148
streek tot richtsnoer bij de handelingen van het Bestuur heeft gediend.
Berichten omtrent hoofden van de "partij van verzet en vijande
lijkheden.
Bij de komst onzer troepen in het gebied van T. Béntara Gloem-
pang Pajong op den 3den September bleek, dat zoowel dit hoofd
als de bevolking op de vlucht was gegaan en alleen T. Teupin Raja
(vide dezerzijdsche nota ddo. 2 Augustus jl.) in zijn etablissement
aanwezig was. De vijandelijkheden bepaalden zich tot het lossen van
eenige schoten op de marcheerende colonne en tot nachtelijke beschie
ting van het bivak door volgelingen van T. Tjot Pliëng, waaraan
door een nachtelijke patrouille een eind werd gemaakt. Een enkele
maal werden nog de werken aan den weg van Teupin Raja naar
Tandjong beschoten, doch eenige daders vielen ons in handen en na
de gevangenneming van T. Béntara Gloempang Pajong, viel er geen
schot meer in diens gebied.
Daar volgens een spionnenbericht dit hoofd zijn geld en sieraden
aan T. Teupin Raja in bewaring zou hebben gegeven, werd het eta
blissement van laatstgenoemde doorzocht en een waarde van ongeveer
4000 aan specie en goudwerken in beslag genomen, terwijl de
hand werd gelegd op een aantal documenten en brieven, welke laat-
sten belangrijke aanwijzingen bevatten omtrent de gezindheid van
verschillende personen of compromitteerend bleken voor velen, die
voorgaven aan geen verzet te hebben deelgenomen.
Op een tocht naar den Glé Poentong, waar volgens ingekomen
berichten T. Béntara Peukan zich zou genesteld hebben, werd die
heuveltop wel versterkt bevonden, doch onbezet.
De versterking werd geslecht en van daaruit en van den Glé
Siblah verschillende excursies gemaakt, waarbij van vijand of vijan
dige gezindheid niets werd bespeurd.
T. Oemar keerde van de Westkust niet meer naar de Pedir-streek
terug, die hij verlaten zou hebben uit spijt over de onderwerping van
de hoofden der beide federaties aan ons gezag; zijn beide voor
naamste Panglima's, n. 1. Panglima Karim en T. di Gedong, zijn
hem gevolgd, nadat zij in Tamsé de verspreide volgelingen van Oemar
hadden bijeenverzameld.
In het begin der maand zwierf T. Béntara Peukan in Teungoeë,