149
Tjot-Djadja en in de IX Moekims Keumangan rond. Yan T. Béntara
KeumangaD, in wiens gebied ten gevolge van zijn bejaardheid en
indolentie, zoomede van de onbeduidendheid van zijn zoon en opvolger,
T. Hoesén di Rambong, een mate van anarchie heerscht, die het
in de toekomst waarschijnlijk noodzakelijk zal maken, om met kracht
in de inwendige aangelegenheden van dat landschap in te grijpen,
werd geen enkele aanwijzing omtrent de verblijfplaats van T. Béntara
Peukan ontvangen. Volgens do laatste berichten zou deze naar
Tameé vertrokken en verder T. Oemar naar de Westkust gevolgd
zijn. T. Panglima Pölém vertrok naar Samalanga, waar hij verblijf
houdt in de II Moekims Toenoeng. T. Radja Keumala, T. di Tjot
Pliëng en T. Pötjoet Mat Tahir zouden zich daar ook bevinden.
Toeankoe Moehamat hield zich afwisselend in Laweuëng en in de
YII Moekims Pedir op. Tusschen Geudè Breuëh en Meunasah
Agoe heeft hij een zevental versterkingen doen aanleggen, tot de
bezetting waarvan volk uit de VII Moekims werd geprest.
De voorgenomen vestiging van een post in de VII Moekims zal
weldra aan dergelijke vijandelijkheden paal en perk stellen en de
bevolking dier streek, die zich bij het bezoek onzer troepen geenszins
vijandig gezind heeft betoond, beschermen tegen den druk, die haar
thans nog door T. Moehamat en T. Panglima Pölém wordt opgelegd
en waartegen zij niet bij machte schijnt zich te verzetten. Omtrent
een aantal andere personen, die behooren tot de partij van verzet
zooals: Habib Hoesin, T. Brahim Lho Kadjoe, T. Amat Glé Tjoet
en T. Habib Melaböh werd vernomen, dat zij naar Tamsé zijn uit
geweken of naar de Westkust zijn verhuisd. Van hun aanwezigheid
in de Pedir-streek werd geen bericht meer ontvangen en blijkbaar
heeft hen de vrees van te worden opgelicht genoopt, om uit te wijken
naar plaatsen in het gebergte, die moeiljjk voor ons zijn te bereiken
doch van waaruit zij het ons evenmin lastig kunnen maken.
Van verzet was alzoo, gedurende den tijd, waarover dit verslag
loopt, geen sprake.
Met uitzondering van de VII Moekims Pedir, waar van tijd tot
tijd volgelingen van T. Moehamat onze troepen uit de verte beschie
ten, bewegen zich colonnes door de geheele Pedir-streek, zonder dat
daarbij van eenige vijandige gezindheid wordt blijk gegeven; ook