156 maar van „eerlijk verdienen", 't eerlijk zich waardig maken te wor den onderscheiden boven anderen, die vaak even goed hun plicht deden. De verdediging van Java tegen een buitenlandschen vijand is den laatsten tijd zoozeer op den voorgrond getredeD, dat ik er ook weer eens over aan het pikeren ben gegaan en de slotsom, waartoe ik gekomen ben, is erg ontmoedigend. Ik hoop, dat de lezers niet zullen schrikken bij mijne volgende onthullingenAls men zuiver denkt, dan moet men dadelijk tot de conclusie komen, dat een eilanden reeks, als onze bezittingen in Azië vormen, alleen te verdedigen zijn door een sterke marine. Bezitten we die, dan zet geen vijand voet aan wal; hij is immers voor dien tijd al geslagen. De toegangen tot onze koloniën zijn toch niet zoovele öf't schijnt heel gemakkelijk door middel van zeer snelvarende schepen tijdig het gros der maritieme strijdkrachten te waarschuwen, dat een vijandelijke vloot in aantocht is. Dan kan de vijand tegemoet gegaan worden en de strijd ter zee zal dan over ons lot beslissen. Nederland zou met geen mogelijkheid, zelfs niet als deinlandsche belastingschuldigen nog meer betaalden, een dergelijke vloot kunnen bekostigen en onderhouden. Zooals boven werd aangegeven, kan dus de verdediging niet gevoerd worden; men moet dus naar een ander systeem omzien, maar 't is een zaak van eenvoudige logica, dat men iets tot stand willende brengen, dat op een verkeerde basis berust, nooit iets anders dan zeer onvolkomen werk kan produceeren. Zoo is 't ook met de verdediging onzer koloniën dit aan te toonen, en nog iets meer, is het hoofddoel van het navolgende. Er is geen geld om de verdediging te voeren daar, waar dit be hoort, dus werd besloten te land den vijand te weerstaan. Dan is er echter geen sprake van alles te behouden, zoodat men besloten is alleen Java tegen den overweldiger te beschermen. Doch om dit eiland, dat zich door zijn vorm al heel slecht voor een verdediging leent, in zijn geheel te kunnen behouden, zou men een zeer sterk leger moeten hebben of een zeer kostbaar stel permanente werken met een voldoend aantal troepen. Dus ook van dit eiland zal slechts een klein gedeelte werkelijk kunnen worden verdedigd. Nu denk ik altijd, dat een vijand, die zich ongeveer zonder slag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 168