zeer ver van het ideaal verwijderd is, maar nog heilig is bij den toestand in Indië. Hier wordt een officier, uit Nederland aankomende, geplaatst Diet zoo zeer bij de bereden of niet-bereden artillerie, doch bij een compagnie, waar op dat oogenbiik een incompleet heerscht. In den laatsten tijd schijnt het streven te bestaan de jonge luitenants spoedig bij de batterijen in te deelen in te deeleD, zeggen wij, dus: officieel worden ze gecenseerd al dadelijk volkomen op de hoogte te eijn van den dienst hij de hereden artillerie. Een batterijcommandant, die al sedert eenigen tijd verlangend naar versterking van het aantal zijner luitenants heett uitgezien, ziet zijn wensch vervuld en krijgt een jong officier, meestal vol ambitie, doch die van geen toeten of blazen weet. Het is waar, hierop is gerekend; er bestaat een aanschrijving om de luitenants, die voor het eerst bij de batterijen komeD, gedurende de eerste drie maanden van hun verblijf geheel te beschouwen als recruut. Deze termijn kan, ter beoordeeling van den korpscommandant, telkens met een maand verlengd worden. Geen rijschool, geen detacheering, niets van dat alles. Toch is de dienst bij de Indische bereden artillerie volstrekt niet gemakkelijker dan die in Neder land, integendeel, want in de eerste plaats bestaat eerstgenoemde uit veld artillerie en bergartillerie (deze met muildieren, die de pas aangeko mene waarschijnlijk nooit te voren heeft gezieD, laat staan er mee heeft leeren omgaan), twee onderdeelen, welke in détails nogal ver schillen; in de tweede plaats heeft men in Indië te worstelen met een element, de inlanders, die bij de bereden artillerie juist belast zijn met een taak, waarvoor ze al heel weinig geschikt zijn, t. w. de functies van stukrijder en geleider. Enfin, de batterijcommandant, vol ijver voor de goede zaak, laat zich door al die bezwaren niet afschrikken; hij begint zijn recruut-luitenant ter dege onder handen te nemen en verkrijgt ook weldra eenig resultaat van zijn pogingen, maar ziet, daar wordt hij plotseling overgeplaatst en vervangen door iemand, die zijn leven lang op een bureau heeft doorgebracht, hoog in de ranglijst komt te staan en nu zijn geschiktheid voor den hoogeren rang moet bewijzen. Hoe wordt nu de opleiding van onzen recruut voortgezet? Misschien is er bij de batterij een oud, ervaren luitenant, dan houdt die de zaken eenigszins bij elkaar, maar de stelselmatige opleiding heeft opgehouden; bij de batterij telt men thans een recruut

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 17