6
meer: t. w. den batterijcommandant. Onze jonge luitenant moet
nu maar zelf scharrelen. Dit is volstrekt geen uitzonderingwij
zouden de batterijen, waar zulke dingen gebeurd zijn, kunnen aan
wijzen. Het eigenaardigste is, dat de recruut-luitenant zich zelf al
heel gauw voor volleerd begint aan te zien en binnen korten tijd
met de meeste brutaliteit de stoutste stellingen verkondigt en volhoudt
en zich dikwijls niet ontziet zijn oudere collega's af te breken. Tot
overmaat van ramp schijnt het legerbestuur soms deze meening te
deelenin 1896 zag men een batterij te velde trekken met een lui
tenant, die er maar veertien dagen bij was en nooit te voren bij een
bereden troep had gediend en dat in een leger, waar de sectie de
gevechtseenheid der artillerie is
Boven spraken wij van kapiteins, die bij de batterijen en vesting
compagnieën geplaatst worden om hun geschiktheid voor den hoo-
geren rang te bewijzen. Yan een hoofdofficier verlangt men, dat hij
als batterijcommandant bij de veld- en bergartillerie en als compag
niescommandant bij de vestingartillerie zijn sporen verdiend heeft.
Dikwijls is een officier eerst als luitenant, later als kapitein jaren lang
werkzaam geweest in een sedentaire betrekking, hoofdbureau, ar
tilleriecommandant op de buitenbezittingen, artillerie-constructie-wiukel,
pyrotechnische werkplaats en is dus volkomen onwetend geworden
en gebleven op practisch gebied, bovenal op dat van bereden artil
lerie, heeft misschien allen lust tot rijden en daarmede alle vlotheid
verloren, komt hoog in de ranglijst te staan en diensvolgens bij
den troep terug. Men behoeft geen militair te zijn om te beseffen,
welke groote nadeelen zoo iets voor de betrokken batterij of compag
nie moet hebben. Terloops zij opgemerkt, dat slechts één majoor,
de commandant der batterijen te Batavia, bij de bereden artillerie
ingedeeld is, dat alle andere majoors óf artilleriecommandant zijn öf
tot de artillerie-inrichtingen behooren. Bovendien verlaten velen den
dienst als majoor, zoodat bovenaangehaalde eisch voor den hoofd
officiersrang onzes inziens, onnoodig zwaar is. Wel hebben twee
majoors, commandanten der artillerie op de buitenbezittingen (Atjeh
en Sumatra's Westkust) bergartillerie onder zich, maar hun bureau
zaken laten hun in den regel geen tijd om zich veel met de troepen
onder hun bevel te bemoeien. Over deze quaestie hieronder later meer.