-1=11
182
(Wanneer we de formules (3) en (4) vergelijken met de resulta
ten door de la Fresnaye in de Eevue d' Artillerie medegedeeld, dan
blijkt dat hij op dezelfde wijze moet zijn te werk gegaan en dat
door hem voor het Fransche Veldkanon als meest nauwkeurige waar
de p=3 is gevonden)
Achtereenvolgens zullen we nu de vluchthoogten moeten berekenen
voor de verschillende banen van het kanon van 7 c.M. L. A. en van
7 c.M. K. A. bij de 3 ladingen. Daar het voldoende geacht kan
worden de vluchthoogten tot in decimeters nauwkeurig te kennen, is
het niet noodig voor de berekeningen samengestelde nauwkeurige
ballistische formules te gebruiken.
Voldoend nauwkeurige waarden verkrijgen we met behulp van de for
mule afgeleid uit de hyperbolische baantheorie (Archiv. 1894 blz. 371)
h x tang a. (W x) tang /3
waarin h de vluchthoogte, x de schootshoek.
W de schootsverheid, (3 de invalshoek
le. Kanon van 7 c.M. L. A.
In de tabel op blz. 183 zijn de vluchthoogten opgenomen voorde
verschillende banen, behoorende bij een afstand tot de monding van
200 M., 300 M., 400 M., en verder opklimmende met 200 M. Om
niet meer werk te verrichten dan voor ons doel noodzakelijk is, zijn
de banen, behoorende bij drachten kleiner dan 500 M. buiten beschou
wing gelaten en zijn bij drachten grooter dan 2000 M. niet meer
vluchthoogten vermeld dan noodig was om een juiste voorstelling van
de baan mogelijk te maken.
Alvorens te kunnen nagaan met welke getallen van de tabel we ons
voornamelijk moeten bezighouden, zullen we vaststellen op welke af
stand de troepen zich minstens voor de monding en voor het doel
moeten bevinden om het gevaar zoo niet geheel weg te nemen, dan
toch tot oen minimum te beperken.
Het Italiaansche schietvoorschrifc voor de Veld- en Bergartillerie
bepaalt hieromtrent: „Het vuur moet ophouden zoodra de eigen
troepen 400 passen voor den vijand of 300 passen voor de eigen
vuurmonden staan, behalve wanneer de aard van het terrein een
volmaakte zekerheid voor het vuren daaroverheen waarborgt".