184 Het gevaar, dat dicht voor de monding opgestelde troepen zouden kunnen loopen, bestaat hierin, dat projectielea ontijdig kunnen sprin gen onmiddellijk na het in beweging komen in den vuurmond. (De ondervinding heeft geleerd dat de kans op ontijdige springers kort vóór de monding zoo gering is, dat we in de practijk daarmede geen rekening behoeven te houden). Dat een granaat van 7 c.M. A. bij het afgaan van het schot tot ontsteking zal geraken, behoeft niet te worden gevreesd, te minder nog na de laatste wijziging in de schokbuis No. 4, waarbij bepaald is dat de schokker met een Mg. draad in den beker zal worden vastgezet. De mogelijkheid, dat een granaatkartets tot 7 c.M. A. dadelijk tot ontsteking komt, is niet geheel en al buitengesloten, n. 1. wanneer de vlam van het fulminaat van den schokker tusschen het laken en het bovenvlak van de tafel door het brandgat van de tafel bereikt. Een onder die omstandig heden springende G.K.T. kunnen we, wat haar werking betreft, eenigs- zins vergelijken met een kartets, waaromtrent in de schootstafel ver meld staat, dat ze uitwerking heeft tot 250 Meter. In verband hier mede komt het ons voor dat de afstand van 300 M. groot genoeg is om de mogelijkheid door dergelijke ontijdige springers getroffen te worden in de practijk buiten te sluiten. Vragen wij ons thans af, welke strook vóór het doel als gevaar lijk voor eigen troepen moet worden beschouwd. De grootste LS50, waarmede we rekening moeten houden, is bij G. vuur 44 M. (bij 7 c.M. K A. Lading No. 1 bij een dracht van 3000 M.) en bij G.K. vuur 74 M. (bij 7 c.M. L. A. vurende op 3000 M.) zoodat te verwachten is dat de springpunten nooit verder dan 148 M. van het gemiddeld trefpunt verwijderd zullen zijn. Daar het evenwe[ kan voorkomen dat het gemiddeld trefpunt nog vóór het doel ligt, ook al is men ingeschoten, komt het ons rationeel voor, ook met het °og op abnormaal te kort vallende schoten, om den afstand grooter te nemen dan 2 LS50 en wel 300 Meter. De in het Voorschrift voor het Gevecht aangenomen grenzen van 500 M., zouden dus naar onze meening tot 300 M. verkleind kunnen worden. Dit aannemende zou vuren reeds geoorloofd zijn, wanneer het doel zich op 600 M. en de eigen troep zich op 300 Meter van de mon-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 196