7 Het zal misschien velen getroffen hebben, dat in het voorgaande de belangen van het bereden gedeelte op den voorgrond zijn gesteld. Men wijte dit volstrekt niet aan geringschatting van de vestingartil lerie; integendeel, wij hebben den meesten eerbied voorden vesting- artillerist, die zijn zware oorlogstaak naar behooren vervult. Men houde ons evenwel ten goede, dat wij de Indische vestingartillerie minder hoog schatten, want wat is vestingartillerie zonder behoorlijk mate rieel en welk materieel bezit de Indische vestingartillerie? Ant woord is overbodig. En in hoeverre is de organisatie der vesting artillerie in overeenstemming met het verdedigingsplan van Neder- landsch-Indië? Misschien wordt deze vraag binnen kort beantwoord men zegt, dat aan iets dergelijks gewerkt wordt. Het zal zeker niemand, na hetgeen boven aangevoerd is, verwon deren, wanneer wij bereden en niet-bereden artillerie twee zeer he terogene onderdeelen van bet wapen noemen. Toch ziet men in Indië, kleine onderdeelen van beide wapensoorten onder één korps commandant vereenigd. Wij bedoelen de 14e compagnie, bestaande uit een gedeelte vestingartillerie en 2 secties bergartillerie en de 20e compagnie, eveneens bestaande uit vestingartillerie, en 1 sectie bergartillerie. De commandanten dier korpsen hebben dus gelijk tijdig de functies van compagniescommandant der vestingartillerie en batterijcommandant der bergartillerie. Daarentegen bestaat op Java een afzonderlijk korps bereden artillerie: de veld-en bergbatterijen op Java, waarvan de commandant in geen betrekking staat tot de vestingartillerie. Zooals men weer, zijn de buitenbezittingen in mi litaire gewesten verdeeld, waarin de artillerietroepen onder één com mandant, den gewestelük-artilleriecommandant, zijn vereenigd. Soms zijn meerdere gewesten hiertoe bijeengevoegd. Deze artilleriecom mandant, staat onmiddellijk onder den chef. Yandaar bovengenoemde samenvoeging van bereden en niet- bereden artillerie tot één com pagnie. Zelfs wanneer onderdeelen van de veld- en bergbatterijen op Java naar de buitenbezittingen worden gedetacheerd, ressorteeren zij niet meer onder den luitenant-kolonel te Banjoe-biroe, doch onder den gewestelijk-artilleriecommandant. In dit geval verkeeren de 4" bergbatterij op Atjeh en op Lombok de 3e sectie van de 3e bergbatterij. Er zijn dus in het Indische leger in plaats van één, vijf commando's

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 19