DE PASANGAX-EXPEDITIE (1)
in 1898.
Onder de Pasanganstreek moeten wij hier verstaan de kuststrook,
welke zich uitstrekt van Geudong en Blang Meh in het Oosten tot
Samalanga in het Westen. Zij omvat alzoo de staatjes Pasangan,
Gloempang Doewa, Sawang, Nisam, Tjoenda, Telok Semawé en
Bajoe. De kustlijn bedraagt ongeveer 65 K.M., de diepte van het
binnenland tot aan het hoogere gebergte varieert van 15 tot
30 K.M.
Volgens de overlevering zou Pasangan gesticht zijn door eene
volksplanting uit de 26 Moekims onder zekeren Dja Lam Oe. Uit
de aan diens kleinzoon, Po Nja Adjat, verleende serkata (schenkbrief),
waarop het tegenwoordige hoofd van Pasangan nog altijd zijne aan
spraken op het grondgebied der 5 verbonden Oeloebalangs (Gl. Doe wa,
Sawang, Nisam, Tjoenda, en Bajoe) grondt, blijkt dat de grenzen
van het toenmalige Pasangan zich uitstrekten: in het Oosten van de
Koewala Meurasa (in Bajoe) over kampong Poentat naar den Glé
Menaloeng, in het Westen tot de Koewala Ajer Masin. Welke
riviermonding onder de laatste moet worden verstaan is onzeker,
daar zoowel de Koewala Djempa, als de Koewala Boeging (in het
aan Samalanga onderhoorige Pedada), die door Pasangan als de
oorspronkelijke Westelijke grens wordt opgegeven, zout water be
vatten. In het laatste geval zou dus het geheele gebied van Pedada
eertjjds tot Pasangan hebben behoord. De tegenwoordige West
grens, zooals die van de zijde van Pasangan wordt opgegeven, loopt
langs de Kroeng Djempa, den Tjot Bom, de Pintoe Karé en de
Sarah Siroeng (een beekje) naar den Goenoeng Itam, met welken
naam in het algemeen het Barisan-gebergte wordt aangeduid. Vol
gens Pedada echter zou die grens iets Oostelijker loopen, en wel
(1) Bij de volgende aflevering wordt een schetskaart gevoegd.