209 het gezag var hunren oelèëbaleng, T. Bintara Istia Moeda, te erkennen en zijne bulp inriepen, Gloempang Doewa aan te vallen, het geen tot wederzijdscbe vexatien aanleiding gaf. Ten einde zoowel aan deze onlusten, als aan den toestand van regeeringloosbeid, die in PasaDgan heerschte, een einde te maken, werd met goedvinden van T. Maharadja Djempa, T. Tjihik weder als hoofd van Pasangan erkend op voorwaarde, dat hij vrede zou be waren met Gloempang Doewa. T. Maharadja Djempa zou verder de waardigheid vervullen van Radja Moeda onder genot van een vierde der rijksinkomsten, en zijn broeder in het bestuur opvolgeD, indien deze geen wettige nakomelingen naliet, dan wel als voogd van diens minderjarigen opvolger optreden. Zijne belofte em met Gloempang Doewa in vrede te zullen leven, verbrak T. Tjihik bijna onmiddellijk, doordat hij zich niet alleen tegen dit staatje, doch ook tegen Sawang, Nisam en Tjoenda keerde, het grondgebied dezer rijkjes bijna geheel veroverde en door zijn volk liet bezetten. T. Bintara Istia Moeda werd geheel uit zijn land ver dreven; het hoofd van Nissm moest tegen een aanmerkelijke som den vrede koopen, Tjoenda een groot gedeelte van zijn gebied afstaan en het hoofd van Sawang zich terugtrekken in de wildernissen der bovenstreken. Toen wij kort daarop, in 1881, ons te Telok Semawé vestigden en fanatieke benden onder Habib Paleuh en Teungkoe Achmad van Awih Getah (boven-Pasangan) van af de heuvels bij Paleuh ons verontrustten, kwam de dubbelzinnige houding van T. Tjihik Seumaoen nog duidelijker aan het licht. Nadat zijn onwil gebleken was om aan dezen toestand een einde te maken, en bij zeif verklaarde eerst Tjoenda en Bajoe geheel te willen veroveren, werden Kroeng Koekoes en Djangka door de marine beschoten. Dit hielp in zooverre, dat T. Tjihik met zijn volk naar Pasangan terugkeerde, en de oelèëbalangs van Nisam, Sawang, Bajoe en Tjoenda de heuvelbentings bij Paleuh konden bezetten. Spoedig echter kwam T. Tjihik weder met eene macht van 1500 man opzetten en verdreef de verbonden oelèëbalangs uit hunne stellingen. Nadat deze echter in Nov. 1882 door het bestuur (Ass. Res. Scherer) van wapenen, munitie en leeftocht voorzien waren geworden, gelukte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 223