210
het hun, gesteund door geschutvuur van de marine, de heuvelbentings
opnieuw te nemen en Pasangan tot over de Kroeng Paudjoi terug te
drijven.
Zoo bleef de toestand tot 1884. In October van dat jaar werd
onze vestiging te Telok Semawé opgeheven, tengevolge waarvan de
verbondenen onzen steun moesten ontberen. Yan deze oms tandigheid
maakte T. Tjihik Pasangan reeds spoedig gebruik, om de bovenge
noemde 5 landschappen op nieuw te veroveren; slechts Toekoe Pang
Sawang en T. Ri Nisam wisten zich in het gebergte staande te hou
den; T. Tjihik Tjoenda en T. Bintara Bajoe vluchtten naar Edi,
terwijl T. Bintara Istia Moeda van Gloempang II in de bovenlan
den van Sawang een schuilplaats moest zoeken.
Bij de invoering der scheepvaartregeliog in 1892 wist de resident
in commissie, O. A. Scherer, onder belofte van opheffing der blok
kade en van openstelling van Pasangan voor de kustvaart, van T.
Tjihik Pasangan te verkrijgen, dat hij de landschappen beoosten de
Kroeng Pandjoi aan het Gouvernement afstond; slechts T. Tjihik's
rechten op een aandeel in de ha?il der koewala's Manei en Kroeng
Koekoes werden erkend, en hem als schadeloosstelling voor het ver
lies daarvan een jaarlijksche toelage van 1000 toegekend. In
het met T. Tjihik Pasangan over deze aangelegeuheii gesloten
contract, werd voorts de bepaling opgenomen, dat de lieden van
Pasangan, die zich van lieverlede in de veroverde landstreken ge
vestigd hadden, daar mochten blijven wonen.
Met de herhaaldelijk over en weer gepleegde rooverijen, voorname
lijk voortspruitende uit grenskwestieëo, waarbij noch de eene, noch de
andere partij van schuld is vrij te pleiten, is deze bepaling de voor
name oorzaak geweest van de thans bestaande verwikkeliugen. Want
wel verre van zich aan hunne nieuwe oelèëbalangs te onderwerpen,
bleef de van Pasangan afkomstige bevolking T. Tjihik Pasangan
als haar oelèëbalaog beschouwen en zocht steun bij hem. Mocht
bij dezen al niet reeds in 1892 het plau bestaan hebben zich niet
aan de gesloten overeenkomst te houden, thans vond hij opnieuw
aanleiding om te trachten zijn invloed in het gebied der verbonden
oelèëbalangs te vestigen.
Openlijk moest eerst Gloempang II het ontgelden. In eene grens-