212
van korten duur. Tengevolge van gebrek aan waakzaamheid wisten
de van Blang Pandjarg en Kroeng Koekoes verdreven lieden, T.
Ri Nisam's versterkingen op laatstgenoemde plaats te overrompelen,
en van daar zich weder in de benedenstreken van Nisam en in
Blang Pandjang te nestelen.
De door het bestuur in het werk gestelde pogingen om de kwestiën
nog langs vredelievenden weg op te losseD, leden schipbreuk op de
lijaelijke tegenwerking van de Pasangansche lieden, niettegenstaande
T. Tjihik zich hield alsof hij zich met dat streven zeer ingenomen
betoonde.
Toen dan ook gebleken was dat langs dezen weg eene oplossing
der kwestie niet te verkrijgen was, en nadat T. Tjihik's dubbelzinnige
houding ook ten opzichte van vroeger in de omgeving van onze
vestiging te Telok Semawé plaats gehad hebbende moslimsche woe
lingen door een aantal ten huize van T. Oeloebalalang Baroe (T.
Tjihik's rechterhand) te Kroeng Koekoes gevonden brieven, onloochen
baar bewezen was, werd T Tjihik Pasangan aangezegd om binnen een
maand al zijne versterkingen in Gloempang Doewa, Sawang, Nisam
en Pedada te ontruimen.
Van deze maand maakte hij echter misbruik door met steeds meer
kracht tegen Gloempang Doewa en Manei op te treden, weshalve
op verzoek van de vijf verbonden oelèëbalangs besloten werd, nadat
nogmaals de termijn met een maand was verlengd geworden, om
hem een ultimatum te stellen, dat bij niet opvolging binnen 24 uur
door eene beschieting van zijne versterkingen te Blang Pandjang
en Kroeng Koekoes door de marine zou worden gevolgd. Deze
beschieting vond werkelijk plaats, doch deels tengevolge van de
weinige voortvarendheid der bondgenooten, deels tengevolge van een
misverstand der marine, waardoor op lieden van Bajoe geschoten
werd, hadden die beschietingen niet het gewenschte resultaat.
Aan T. Tjihik werd hierop nogmaals gelast de vijandelijkheden
te staken, onder mededeeling dat alle eventueel te maken kosten
door hemzelf zouden moeten worden betaald, en dat voor de reeds
plaats gehad hebbende beschietingen 5000 van zijn aandeel in de
hasil zouden worden ingehouden.
Ook hierna bleef T. Tjihik halstarrig. Schriftelijk deelde hij het