10 stukrijders afgericht; hierbij zijn de remonte-paarden ingedeeld; de kaderschool behoort tot deze batterij, terwijl trompetters en hoefsmeden eveneens hier worden opgeleid. De remonte-muildieren bevinden zich nu bij de 1° bergbatterij, hetgeen niet belet, dat zich eenigen tijd geleden misschien nu nog bij de 3e bergbatterij ook remonte- muildieren bevonden. De Europeesche kanonniers werden in 1894 en 1895 te Banjoe-biroe, alweer bij de 4e veldbatterij, afgericht; waar dit tegenwoordig geschiedt, zouden wij niet zeker kunnen zeggen; geleiders voor de bergartillerie worden ongeveer overal afgericht. En dan nog de wijze van africhting, een gevolg meestal van gebrek aan personeel. Wij herinneren ons eens gezien te hebben, dat een klasse van 12 recruten-stukrijders (allen inlanders) rijles kreeg van een joDg Inlandsch korporaal, zoo pas van de kaderschool afkomstig Wat kan men daarvan verwachten? Wat zullen inlanders leeren van instructeurs, die hun gebrek aan taalkennis door vloeken en schetteren trachten te verbergen; wat te verwachten van instructeurs, die zelf geen grondige rijkunstige opleiding hebben genoten en ruiterschool onderwijzen als een recrutenschool Wat te verwachten van inlandsche remonte-rijders? Wat is het gevolg van een dergelijk aanvullingssijsteem voor zoover men tenminste van een systeem Dog spreken kan In de eerste plaats is de 4e veldbatterij in het geheel niet beschikbaar; in de tweede plaats is de 2e veldbatterij, welke met de 4e garnizoen houdt te Banjoe-biroe, maar gedeeltelijk slagvaardig, omdat zij telkens een goed deel van haar paarden moet afstaan aan de 4e, tot oefening van het bij die batterij opgeleid wordende personeel; in de derde plaats zijn alle bergbatterijen nooit geheel slagvaardig, omdat de siukrijders, „afgericht" uit Banjoe-biroe komende, nog niet met muil dieren overweg kunnen. Bovendien moeten meestal wegens gebrek aan stukrijders inlandsche kanonuiers als geleider invallen, die dan bij de korpsen zelve poetsen, met paarden en muildieren omgaan, enz. moeten leeren. Vroeger konden de stukrijders van de berg- iiaar de veldartillerie en omgekeerd worden overgeplaatst. Zoo zagen wij bij een veldbatterij, waarvan de commandant reeds lang naar aanvulling zijner stukrijders had uitgezien, acht gespoorde inlanders aankomen, waarvan er echter vier onbruikbaar waren, daar ze gedu-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 22