226 Hot 14de. Baton. Inf16. en de marechausséa legerden zich op den lin keroever, de overige troepen op den rechteroever der vrij breede rivier. Onderweg waren alle vijandelijke versterkingen verlaten bevon den, doch de bezetting zou zich volgens het hoofd van Sawang nog ophouden in het meer Oostelijk, aan den voet van het gebergte gelegen Bineh Glé. Daar de bevelhebber terecht inzag, dat hij door Pasangan zelf aan te tasteD, aan alle vijandelijkheden in het gebied der verbonden oelèëbalangs van zelf en het snelst een eind kon maken, besloot hij Bineh Glé te laten voor hetgeen het was, en dadelijk naar Pasangan op te rukken. Yan Pang Sawang en zijne bevolking werd de meeste hulp onder vonden, en op ons verzoek vee, gevogelte en vruchten in ruim6 hoe veelheid geleverdvóór de Koeta van P. Sawang had zich ook wel dra een kleine passar gevormd, waar de soldaten zich tegen billijke prijzen van het noodige konden voorzien. Tot nog toe was de weg uitstekend, en waren de sawah's overal droog geweest. Den 29en Sept, een rustdag, meldde zich T. Bintara Istia Hoeda van Gloempang Doewa 's morgens vroeg in het bivak, en berichtte dat de heu vels in de bovenstreken van zjjn gebied nog door den vijand bezet waren, en T. Moeda Pasangan, de broeder van T. Tjihik.Pasangan zich persoonlijk te Tjot Batak bevond. Onmiddellijk droeg de Bevelhebber den Chef van den Staf op om met het 2de Baton. Inf16., de marechaussees, en de cavalerie naar het Westelijk gelegen heuvelterrein te marcheeren, en te trachten ver binding met den vijand te krijgen. Om 7 uur Y.M. afgemarcheerd, moesten het 2de Bat011. Int10, en de cavalerie onverrichterzake terug- keeren, daar het overtrekken der door een bandjir gezwollen kr. Sawang onmogelijk was. De Chef van den Staf liet zich met den kap. adjunct Stolk en den Luit adj. Spruijt met een vlotje overzetten, en wees daarop het 14de Baton. Int16, en de marechaussées voor dezen tocht aan. Door een en ander was een aanmerkelijk oponthoud ontstaan, zoo dat eerst te 9 uur 10 de marsch kon begonnen worden. Langs een uit stekend voetpad over met alang-alang begroeide heuvels werd in Noord,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 240