230 Plaats van den bevelhebberAanvankelijk tusschen voorhoede en hoofdcolonne op den rechteroever. Dekking artillerie: Het peloton dat op de ariie. volgt. De bevelhebber (w g.) v. Heutsz. Om 7 uur afgemarcheerd, bereikte de colonne te Blang Seminah om 8 uur 10 een doorwaadbare plaats, waar alles naar den linkeroever overging. De bevelh. gaf daarop het yolgende bevel: Zuid Djamboe Hadji rivier, 8 uur Y. M. Wij zijn thans de groote rivier overgetrokken ten Z. van boven genoemde rivier en bevinden ons ten zuiden van Blang Seminah. Thans moet in ongeveer Westelijke richting worden opgerukt in de strekking van Blang-KoethangLapihan Glé Siblah. MarschindeelingCavalerie zelfstandig vooruit. Voorhoede: Marechaussee en sectie genietroepen. Een ambulance. Hoofdcolonne: Een compie. 14de Baton. Artillerie met x/2 Beetle genietroepen Drie compien. 14de Baton Een ambulance. Marine landingsdivisie. Twee compien 2de Bat™. Trein. Een ambulance. AchterhoedeTwee compien. 2de Bal™. Plaats bevelhebberAchter voorhoede. Dekking artillerie: Als gisteren. De b'.velhebber {w. g.) v. Heutsz. Den marsch vervolgende werd om 10 uur 10 de kampong Kroeë bereikt, waar wij Blang Koethang voor ons zagen liggen. Hier kreeg de cavalerie voor het eerst vuur van de nabij gelegen heuvels, en werd de vijand met achterlating van één doode verjaagd. Voor de Kroeng Leboe gekomen, bleek deze te zjjn opgestuwd en zeer moeilijk over te trekken. De marechaussées en één com pagnie gingen over eene zeer smalle en zwakke brug, de cavalerie, zwom over, terwijl de rest lagerop een doorwaadbare plaats vond,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 244