236 gunstig op de werving moet werken, niet alleen in quantitatieven, maar ook in qualitatieven zin. Nog meer dan de Europeaan is de inlander gesteld op mooie kleeren, Yooral de hoofddoek moet als hoofdbedekking behouden blijven, maar in 's hemels naam niet in vereeniging met een Europeesohen pet of hoed, zooals bij de pradjoerits, want dat is rein afschuwelijk. Gaat men in desa's rond dan ziet men vaak flinke inlander s, die een goed militair voorkomen hebben, maar onder onze inlandsche militairen is dit een groote zeldzaamheid. Ik wijt dit voor een groot deel aan de onsierlijke en ondoelmatige kleeding. Deze moet dus in 's lauds belang en teo behoeve van den inlandschen seldaat gewij zigd worden. Last not least: de schatkist zal daar waarschijnljjk ook wel bij varen. Met de aanvulling van het paardenmaterieel van de bereden wapens in het algemeen, en van de cavalerie in het bijzonder schijnt het al heel treurig gesteld te zijn. Het kranige, mooie sandelhout paard c.s. is sterk achteruitgegaan. Slechts oudere officieren herinneren zich nog de overwalsche paarden van den ouden stempeldie heel wat meer mans waren en het veel langer uithielden dan de tegenwoordige. Er is verzuimd ter rechter tijd maatregelen te nemeD, die het achteruitgaan van het Indische rijpaard hadden kunnen beletten, zoo dat men nu in een toestand is gekomen, dat men een paard, dat reeds f 500 kost en dat op zijn elfde hoogstens twaalfde jaar ver sleten is, in africhting krijgt- De directeur van het remonte depot, de luitenant der cavalerie Groeneveld, heeft zeker reeds een middel aan de hand gedaan om althans in de naaste toekomst verbetering aan te brengen n. 1. door aankoop van jonge veulens, die dan door deskundige en zorg vuldige opvoeding geschikt voor rijpaard te maken zouden zijn. Reeds vroeger vestigde de paardenarts van de Yelde er de aan dacht op, dat, trots alle mishandeling, de Indische merrie nog vaak zulke schoone veulons werpt. De aartspaardenverknoeier, de inlan der, weet daar echter wel raad mede, zoodat het mooie veulen niets meer wordt dan een vroeg oud, overwerkt paard. Dit nu kan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 250