240 ingang willen doen vinden, dat die toelage zou worden verminderd, omdat Oleh-leh op zou houden een vrijhaven te zijn, maar ik noem dat misbruik maken van een toevallig samentreffen van het bekend worden van een voorgenomen maatregel en een feit. Ik ben in staat u de ware reden voer die bezuiniging uit te leg gen. Kijk eens, toen die toelage werd ingesteld, heeft men niet zuiver geredeneerd. Toen achtte men het noodig te zorgen, dat de officiers- echtgenoote. wier man op Atjeh den lande diende, fatsoenlijk zou kunnen bestaan en dus ook behoorlijk wonen. Nu beweren de Batavia- sche bladen wel, dat de huishuren in de hoofdstad erg gestegen zijn, maar geloof dat nret. Het is heel goed mogelijk in Batavia voor f bo _te wonen. Er wordt wel niet bijveiteld waar precies, maar dan zou het ook te gemakkelijk zijn, en een beetje moet zoo iets dan toch ook een puzzle blijven. Daarenboven: Die geen geld heeft voor een hoed Koopt een petje, koopt een petje. Dat staat goed. Als Batavia te duur is, welnu dan gaat de onbestorven weduwe maar in een klein oord wonen, misschien is haar man dan wel dood en begraven voor ze het weet, maar met sentimentaliteit kan een regeering zich niet inlaten; dat is heel duidelijk. Het kan ook voor komen, dat de kinderen op school moeten gaan, maar dat moeten de ouders zelf maar weten. Kinderonderwijs is maar gedeeltelijk een regeeringszaak. Ook is het gebleken, dat de officier-Atjehganger wel eens zijne vrouw naar Holland liet gaan, omdat, nu doorgaans, omdat een langdurig verblijf in de tropen voor eene Europeesche vrouw wel eens ongesteldheden veroorzaakt, die een verblijf in Holland noodza kelijk maken. In Holland kan je zeker voor een prikje wonen en de geneeskundige behandeling van specialisten is daar ook spotgoedkoop. En trouwens ook daar heeft de regeering niets mede te maken. Laten ze dan maar in Indië blijven, daar zijn militaire specialisten. Ja, maar een verblijf in Holland kan bepaald noodzakelijk zijn, dus als dat nu kan zonder het Gouvernement te benadeelen Laten we niet zaniken. Nog eens op Atjeh heerscht vrede alomme, de officiersvrouwen moeten dus maar medegaan, huizen om in te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 254