256
sten minder. Op de kleine afstanden, waar de schattingsfout meestal
gering is en de kogelbaan meer gestrekt, heeft die fout weinig in
vloed op de trefkans. Op de groote afstanden daarentegen, doet zich
die fout aanzienlijk gevoelen; op 700 M. bedraagt het aantal tref
fers niet meer dan de helft.
II. Wanneer op tirailleurschijven geschoten wordt, zoo moet
niet de meeste waarde gehecht worden aan een groot aantal verkre
gen treffers, maar aan dat der getroffen figuren.
Het verkregen aantal treffers kan wel als maatstaf gebezigd wor
den om te oordeelen over de meerdere of mindere geoefendheid van
den troep, niet over het tactisch resultaat.
Een groot aantal getroffen figuren gaat wel steeds gepaard met
een groot aantal treffers, maar omgekeerd kan bij een groot aantal
treffers, dat der getroffen figuren gering zijn.
De schutters toch zjjn geneigd te richten op het midden, zoodat
hun vuur niet gelijkmatig over het doel verdeeld wordt.
Is het aantal treffers minder dan dat der figuren, zoo kan het aan
tal getroffen figuren gelijk worden aan dat der treffers, maar de erva
ring leert, dat zelfs bij verdeeling van het vuur over het doel, het
aantal treffers bijna altijd grooter is dan dat der getroffen figuren;
slechts wanneer het aantal treffers aanzienlijk minder is dan dat der
figuren, mag men er op rekenen, dat iedere treffer eene figuur buiten
gevecht stelt.
Uit proeven is gebleken, dat bij een gelijkmatige verdeeling van
het vuur over het geheele doel het aantal getroffen figuren in eene
vaste verhouding staat tot het aantal treffers en dat der figuren
in het doel. Het is verder gebleken, dat bij iedere verhouding tus-
schen het aantal figuren in het doel en het aantal verkregen treffers
een bepaald percent getroffen figuren behoort.
Stelt n de verhouding voor tusschen het aantal treffers, dus het
getal, dat aangeeft, hoe dikwijls iedere figuur gemiddeld getroffen is,
zoo stelt in tabel C, Z het bij deze verhouding behoorende procent
figuren voor.