263
le. Tegen een opgesteld doel niet een bepaald aantal patronen
te doen verschieten, maar een bepaalden tijd te laten vuren en dit
vuur op een signaal door allen gelijk te laten staken.
20. Bij de opname der treffers nagaan, welke uitkomst op iederen
afstand afzonderlijk, verkregen is in een bepaald tijdsverloop en hoe
veel het patronenverbruik bedroeg.
36. Het doel niet alleen beschrijven naar de wijze van opstelling
en het aantal schijven, maar ook de frontbreedte opgeven, daar de
dichtheid veel invloed heeft op de uitwerking.
"Wanneer bovenstaande regels goed worden in toepassing gebracht,
kan van een bepaalden graad van geoefendheid gesproken worden
en een juist oordeel daarover geveld worden.
Padang, October 1898.
G. H. Berenschot
Majoor der Infanterie.