15 Nog meer dan bij een strijd tegen een Europeeschen vijand zal men met terreinmoeilijkheden te worstelen hebben, terwijl het dikwijls onverhoedsch optreden van den inlander een spoedig in batterij komen eischt. De artillerie, meestal in zeer kleioe eenheden gesplitst, moet overal de infanterie zonder bezwaar kunnen volgen. Hare projectielen moeten een gekromde baan hebben, daar de inlandsche vijand een uitstekend talent heeft het terrein tot eigen dekking in te richten. Omdat de inlander in den regel van geen behoorljjke artillerie is voorzien, mag bij dit materieel de uitwerking in ruime mate worden opgeofferd aan de handelbaarheid. Voor den veldoorlog beschikt de Indische artillerie in de eerste plaats over het bespannen geschut van 7 cM. K. A. en 7 cM. L. A., bediend door de bereden artillerie en in de tweede plaats, uitsluitend bruikbaar tegen den inlandschen vijand en voor het doen van betrekkelijk kleine excursiëD, over de vuurmonden van het mo biel onbespannen uitvalgeschut, nl. getrokken bronzen voorlaadka- nonnen van 8 cM. K. (het vroegere berggeschut), gladde bronzeu houwitsers van 12 cM. en gladde bronzen mortieren van 12 cM (z.g. Coehoorn-mortieren). Tot deze soort kan men ook nog den getrokken stalen mortier van 7 cM. A. brengen. Al deze vuurmonden worden bediend door vestingartillerie en vervoerd door koelies of dwangar beiders. Het materieel van 7 cM. K. A. voldoet aan alle eischeD, welke men in den sawah- en bergoorlog redelijkerwijze stellen kan aan ar tillerie, welke ook met succes tegen een met geschut gewapendeu tegenstander optreden moet. Bovendien hebben de talrijke excursies in Atjeh van 18961898 aangetoond, dat onze bergartillerie vrij wel nergens behoeft achter te blijven. Het materiëel van 7 cM, L. A, is veel meer afhankelijk van het terrein dan de 7 cM. K. A. Tegen een inlandschen vjjand mag het daarom nooit worden aangewend (behalve natuurlijk als positie-vuur mond); hier is het volstrekt niet op zijn plaats. Het verschil in ballistisch vermogen tusschen het Indische veld en berggeschut en Europeesch veldgeschut voor dit laatste als voorbeeld aannemende het Duitsche veldkanon C/73/91 blijkt uit den hieronder volgenden staat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 27