277 moeten ze onvoorwaardelijk geweigerd worden. Algemeen denkt men, dat bij het verwijderen van de schimmel het gevaar geweken is, doch niets is minder waar, want bij beschimmelde peulvruchten is het wortel complex (mycelium) van de schimmelplant reeds in de schil gedrongen Beschimmeld geweest zijnde erwten en boonen rieken immer muf. Peulvruchten rijpen over het algemeen onregelmatig, tengevolge waarvan onder de geleverd wordende erwten en boonen dikwijls on rijpe voorkomen Vooral is dit bij eerstgenoemde het geval wanneer ze dicht op elkaar te velde hebben gestaan en ze zijn gaan legeren, zooals men dat noemt, m. a. w. wanneer de planten door het vochtige weder op den grond geslagen zijn. Door de erwten zorgvuldig te lezen kan men deze onrijpe zaden verwijderen. De door insecten beschadigde erwten (boonen) en de vreemde zaden worden eveneens door lezen verwijderd, de eerste kan men gemakkelijker ontdekken, door de erwten in het water te werpen; de aangevretene drijven meestal. Komen in eene partij vele door vlekziekte aangetaste erwten (booneD) voor of wel, door den erwten- (boonen-) kever of erwtenbladroller beschadigde, dan moet men de partij weigeren, niet alleen omdat wij door het nuttigen van zulke erwten (boonen) larfjes, excrementen enz. in het lichaam brengen, maar ook omdat zich in dergelijke erwten (boonen) spoedig schimmels ontwikkelen. Er bestaat geen beter middel om de hoedanigheid van erwten en boonen te bepalen dan de kookproef. Ze dient op de volgende wijze te worden genomen De erwten (boonen) worden te voren in warm water gewasschen en daarna in koud, zacht water aan de kook gebracht. Ze moeten steeds met water bedekt blijven. Vermindert de hoeveelheid water te sterk, dan giet men kokend water bij. Men zegt dat de boonen (erwten) gaar zijn, wanneer de schillen beginnen los te laten. Puik kokende erwten moeten in 22^ uur gaar zijn, de Indische bruine en witte boonen in l'/4 lè uur. Om ze spoediger gaar te krijgen, worden ze van te voren ge weekt (1). Als regel bij het weeken kan men aannemen, dat men (1) d. w. z. in de keuken; uiteraard heeft dit met de wijze, waarop de kookproef genomen wordt, niets te maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 291