278 hetzelfde resultaat bereikt, door de erwten gedurende uur in lauw water te laten staan als gedurende 12 uur in koud water. Ziekten en beschadigingen. Van de peulvruchten hebben de erwten het meest van schimmels te lijden. Onder deze schimmelplanten tellen wij: 1°. de erwten- en boonenroest (Uromyces); 2°. de erwtenmeeldauw (Erysiphe) en 3°. de erwtenbrand (Cladosporium of Pleospora). Deze schimmels tasten wel is waar uitsluitend de bladeren en stengels aan, doch ze zijn oorzaak dat de zaden (erwten en boonen) zeer in qualiteit achteruitgaan. Voorts hebben wij nog melding te maken van de erwten- en boonenvlekziekte, welke de zaden zelf aantast, waardoor op de schil kleine vlekken ontstaan, welke bij erwten slechts dan waarneembaar zijn, wanneer deze eenigen tijd met water zijn bevochtigd geworden. Dergelijke erwten en boonen zijn oneetbaar. Ook door insecten worden genoemde peulvruchten aangetast. Daarvan kennen wij 1°. den erwten- of boonenkever. De larve van dezen kever vreet de zaden uit en is oorzaak van de zoogenaamde „bijterige" erwten. Dergelijke erwten vertoonen aan de oppervlakte kleine zuiver ronde gaatjes. 2°. den erwtenbladroller, een vlinder, waarvan de rups de erwten aanvreet, ze daarna tot een twee- a drietal samenspint en ze met zijne excrementen bevuilt en 3°. een' kleinen kever, welken aan schrijver dezes alleen bekend is ODder den naam van Apion pisi" en waarvan de larve in de erwt een zeer klein gaatje maakt, dat niet grooter is dan de punt eener naald. De beschadiging, welke dit insect maakt, is gering, doch de erwten worden daardoor minder bestand tegen opbewaren. In de laatste jaren werd in de Gewestelijke Magazijnen meermalen eene tor tusschen de bruine boonen aangetroffen. Zij is zwartbruin van kleur en heeft op den kop een slurf of snuit. Voor zoover tot nog toe gebleken is, richt zij geene schade aan onder de in voorraad opgeslagen erwten en boonen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 292