287 naar boven gebracht worden, waarna de dieren onbeladen konden volgen. Eerst te 1 u. 10 was de artillerie over, de cavalerie en de overige troepen te 3 uur N. M. De marechaussees waren intusschen (te 10^ Y. M.) vooruitgegaan naar den Glé Kapal en den daarbij gelegen Glé Bekoela en hadden deze bezet, zonder tegenstand te ontmoeten. Te 1 u. 20 toen de Artie. over was, ging de bevelhebber met de marechaussees, het 2de Baton. en de cavalerie weder op marsch, terwijl de overige troepen langzaam volgden. Te 2 uur N". M. bereikte de voorhoede de kampong Raja, doch het bivak willende betrekken, bemerkte men dat deze kampong door lieden uit Gloempang II bijna geheel verbrand was. Daar in de verte ook rookkolommen werden waargenomen, werd doorgerukt naar Pantei Dagang, alwaar een 400 tal lieden uit Gloempang II onder T. Perdan, zoon van het hootd, werden aangetroffen. Zij werden onmiddellijk naar hun gebied teruggezonden, onder bedreiging dat op hen zou worden gevuurd, indien zij het waagden nogmaals de grensrivier te passeeren. Onder hevigen regen werd daarop voort- gerukt tot Panté Gadja, waar het bivak werd betrokken, en te N. M. alles onder dak was. De Kr. Pajabing was doorwaadbaar, de Kr. Baroe zoo goed als droog; de massa's drijfzand, waarmede de sawangrond vermengd was, bewezen echter dat in den regentijd hier ailes blank moest staan. 's Avonds meldden zich in het bivak T. Radja Tjihik, de broeder van T. Tji Peusangan, en het hoofd van kampong Panté Gadja en berichtten dat de bevolking, hoewel uit vrees gevlucht, niet wilde vechten en in de kampongs zou terugkeeren, en dat T. Tji Peusangan met zijne volgelingen naar het gebergte de wijk genomen had, hoog boven Tjot Pi op den weg naar de Gajoelanden. Bevel voor den 4den October. Bivak P. Gadja, 3 October 1898. 5^ ÏT.M. Morgen om 7 uur Y.M. wordt opgerukt naar de Geudé Djangka over Roesib en Pajabing om opnieuw te fourageeren. Onderweg zal aangewezen worden, waar daarna het bivak wordt betrokken. MarschindeelingCavalerie zelfstandig vooruit. VoorhoedeEen compie. 14de Baton.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 301