294
gereed gemaakt, terwijl ook de weg door de bakoe2 aanmerkelijk
gevorderd was. Van te grooter gewicht was dit, daar berichten
waren binnnengekomen dat talrijke benden moslemin in Boeloe en Geu-
dong verzameld wareD, en dus verwacht kon worden dat spoedig
weder in die richting zou moeten worden uitgerukt.
In den avoad van den 9den October werd, met het oog op de spoe
dig te verwachten regens, aan.de Regeering geseind dat tegen 25
October de Java-troepen te Segli en te Telok Seumawé konden
embarkeeren, terwijl den 10den de Chef van den staf naar Segli en
Kota Radja vertrok, tot regeling van het vertrek der troepen, en
van de noodige overplaatsingen.
In verband met den korten tijd, die hem nog restte besloot de
bevelhebber den troepen slechts een viertal dagen rust te gunnen,
en gaf hij den 12den October het marschbevel uit voor den tocht op
den 13en Oct. naar Tjot Ring en de Boeloestreek.
Bevel voor den 13den October.
Berichten omtrent den vijandVolgens ontvangen inlichtingen zal
van den vijand in de Boeloestreek alleen stand houden ïeungkoe
Paja Bakoeng met diens bende te Tjot Ring; in deze plaats moet
eene versterking zijn aangelegd.
Boel van den tochtTjot Ring en Goenoeng Paleueh.
MarschrichtingVan Telok Seumawé over het nieuw aangelegde
weggedeelte, de brug over den lagunearm en verder over den Goe
noeng Panggoel naar Tjot Ring.
Uur van afmarsch6 uur V. M. Op dit uur de troepen opgesteld
op den weg naar Mongedong in onderstaande orde:
MarschindeelingCavalerie als voorhoede-cavalerie.
VoorhoedeMarechaussee, i sectie genietroepen en een
ambulance.
Hoofdcolonne tevens marschordé):
Een compie. 14de Baton.
Artillerie met sectie genietroepen.
Een ambulance.
Drie compien. 14'ia Baton.
Een compie. 2de Baton.