305 geleid door 9 Britsche officieren naar Khartoem (6 Sept '82). Hicks kwam in Maart '83 te Khartoem aan en werd 5 November d. a, v. volkomen door des Mahdi's troepen verslagen, alle Europeanen von den den dood. Het behoeft geen betoog, dat het Mahdisme door dit succès op onrustbarende wijze veld won. Osman Digna een emir van den Mahdi, vroeger slavenhandelaar te Suakin, kreeg in opdracht zich te begeven naar de stammen tusschen de Njjl en de Roode zee. De Egyptische garnizoenen te Tokar en Sinkar werden afgesneden, Suakin bedreigd. Ten einde de omstreken van Suakin te zuiveren, vertrok den 4en No vember uit Suakin eene expeditie van 550 man, aangevoerd door den Brit8chen consul. Op een afstand van een uur gaans buiten de stad werd die macht overvallen door een 150 man sterke bende Derwi- schen en totaal verslagen. De consul sneuvelde en met hem 148 der zijnen. Door deze nieuwe overwinning was de Mahdi meester van den weg Suakin-Berber. De nederlaag van de Egyptische troepen bij Suakin, maakte eene nieuwe expeditie noodig. De leiding dier expeditie, die bestond uit 2000 man Egyptische Infanterie, 520 ruiters en 100 Europeesche politievolunteers, werd toevertrouwd aan Baker. Baker landde te Trinkitat, ten Zuiden van Suakin, en werd door Osman Digna, die slechts over 1200 man beschikte, volkomen gesla gen. Zes stukken, 3000 geweren en 500.000 patronen vielen den vijand in handen. De Engelsch-Egyptische zaak liet zich, na deze aaneenschakeling van rampspoeden, in het begin van '84 treurig aanzien. Kordofan en Darfoer waren in des Mahdi's macht, Khartoem fei telijk belegerd, Kassala en Suakin ingesloten. In El Fasher had de Egyptische gouverneur Slatin Bey bet zoo lang mogelijk uitgehouden, maar had zich op het vernemen van Hicks échec overgegeven. Hij had het doen voorkomen, alsof hij tot het Mahdisme overhelde en moest zich op last van den Mahdi naar El Obeid begeven. Later volgde hij den Mahdi naar Khartoem en werd na het overlijden van dezen benoemd tot chef vau de lijfwacht van den Khalifa. In die hoedanigheid bleef hij te Omdurman tot hij ten slotte op wonderdadige wijze wist te ontsnappen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 319