19
verkrijgt; in de tweede plaats zijn de dragers öf gehuurde koelies
öf dwangarbeiders, geen militairen, hetgeen reeds genoeg zegt (men
denke b.v. aan een onverhoedschen aanval)in de derde plaats is het
marschtempo vrij langzaam. In vredestijd hebben geen geregelde
oefeningen plaats met koelies of dwangarbeiders, zoodat bij het uit
rukken de meesten voor het eerst kennis maken met deze vervoerwijze.
Er bestaan wel voorbeelden, dat zulk onbespannen materieel, ver
voerd door niet-militairen, met vrucht gebruikt werd, o.a, bij eenige
expedities in Duitsch Oost-Afrika, maar wij hebben zelf in ruime mate
de opgegeven bezwaren ondervonden. Ook hebben proeven om het
7 c.M. K.A. materieel door menschen te doen vervoeren, geen be
vredigend resultaat opgeleverd.
Het aantal koelies, benoodigd voor een onbespannen sectie van
8 c M. K. met 50 schoten per vuurmond, bedraagt 73, verdeeld als volgt:
voor de 2 kanonnen8 dragers.
„2 affuiten zonder raden 12
4 raden4
lamoenberriëo, enz. 2
20 munitiekisten tot 8 c.M. K.
(tweemansvracht.) 40
66 dragers.
10 °/o Reserve.. 7
Totaal78 dragers.
Wordt het materieel getrokken, dan heeft men minstens drie man
per stuk noodig, die geregeld moeten worden afgelost.
Yoor eene sectie van 7 c.M. Mr. A., volledig uitgerust, zijn 61
koelies noodig (1).
In den regel wordt een onbespannen uitvalsectie aan een betrek
kelijk kleine macht infanterie (2) toegevoegd, welke niet altijd in
staat zal zijn een artillerie-dekking af te zonderen, waarvan de sterkte
in behoorlijke verhouding staat tot den grooten sleep van dragers,
waaronder zoo licht een paniek ontstaat.
(1) Zie: „Reglement voor de bediening van een sectie mortieren van 7 c.M. A.," blz. 81.
(2) Voorbeelden hiervan xjjn: lo. het observatiekerps te Boeleleng, dat in 1896 opge-
hevon werd, Eterk 1 gemengde compagnie infanterie en 1 onbespannen sectie van 8 o.M. K.
2o, de mobiele colonne te Taroetoeng, bestaande uit een sterke compagnie infanterie,
1 sectio van 8 c.M. K. en 1 sectie van 12 c.M. Mr.