GEEN dienstweigering. In de 2de aflevering van „Het recht in Nederlandsch-Indië" is een eigenaardige beslissing van het Hoog Militair Gerechtshof opgenomen, welke er der Redactie toe bracht in een Naschrift er op te wiizen, hoezeer deze beslissing in strijd is met de militaire discipline. Naar aanleiding van een hierover in de Java Bode gemaakte op- merking, werd door de Redactie wan „Het recht" in de daarop vol gende aflevering nader haar standpunt uiteen gezet, met welk stand punt wij ons in allen deele vereenigen. Daar de zaak voor ons militairen van het hoogste belang is en niet ieder onzer over genoemd „rechtskundig tijdschrift" beschikt, achten wij het van belang de beide artikelen hier in hun geheel te doen volgen. Ihen fuselierdie in liet gelid staandevoldoet aan liet com mando in den arm 't geweer", doch onmiddellijk daarop, zonder dat hem dit vergund washet geweer bij den voet zet en het gelid verlaatzich aan de oefening verder opzettelijk onttrek kende met cle woorden Jan ga ik liever naar Tjimaliivalt niet in de termen van art. 95 Cr. W., doch is slechts disci plinair strafbaar. O. dat den beklaagde, thans geappelleerde, bij introductieve klacht is ten laste gelegd, dat hij op den 3d™ Aug. 1898 gedurende de morgenoefening der recruten te Mr. Cornelis, terwijl hij onder com mando van den Eur. sergeant Rövekamp in het gelid stond, nadat voornoemde sergeant hem reeds eenige bemerkingen had moeten ma ken en wegens zijn gedrag gedurende de oefening voor den com pagnies-commandant had gebracht, aan het laatste commando van dien sergeant: „in den arm 't geweer" wel heeft voldaan, doch onmiddel lijk daarop, zonder dat dit hem vergund was, het geweer bij den voet zette en het gelid verlatende zich aan de oefening verder op-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 329