334 „235 K.Gr. kapitein!" Juist, het staat in het boekje!" „Hoe zwaar is het sluitstuk?" „14 K.G. kapitein", antwoordde de met de oogen aangewezene. „Neen, dat is niet juist, 13.8 K.G.!" De majoor knikte goedkeurend; er moet maar gediend worden, en bestraffend keken zijne oogen naar de schuldigen, die zich heusch begonnen te verbeelden, wie onttrekt zich aan den invloed zijner om geving, dat zij al heel slecht voor hunne taak als officier berekend waren. Inmiddels hadden de anderen het boekje opengeslagen en trachten uit te rekenen, en heel moeielijk was het niet, want ook in het boekje werd de rij juist gevolgd, welke vraag zij zouden krijgen. Achter den breeden rug van een collega trachtten ze ongezien te stechelen. Maar ziet, toornig blikten opeens des majoors oogen, en scherp beve lend klonk zijn stem: „Mijnheer van Ei, u moest dat boekje toe doen, u hadt 't maar moeten nazien voor u hier kwam!" De ontdekte kreeg een kleur, wilde haast het boekje wegmoffelen met de opmerking dat hij niet in het boekje gekeken had net als vroeger op school maar plots herinnerde hij zich al een tiental jaren officier te zijn: „Je zoudt het haast vergeten", dacht hij. De woorden van den majoor misten hunne uitwerking niet: er werd met meer omzichtigheid in het boekje gekeken. Het was een hoogst interessante verhandeling verder. Dank zij het boekje hoorde men vlotweg verklaren op de daartoe strekkende vragen, dat de trekken van het veldkanon eene helling hadden van 0°-5°36'25" of 32 kalibers, dat het kanon 1.659M. lang was en nog veel meer wetenswaardigs, totdat allen, badende in transpiratie, ook door verveling, de twaalf verlossende slagen op de kampements- klok hoorden. Ook de kapitein Jansen scheen 't genoeg te vinden, ten minste hij veegde het voorhoofd eens met zijn zakdoek af, kuchte eens, en half beangst verdacht te zullen worden van gebrek aan dienstijver, vroeg hij: „Majoor ik ben hier juist aan een geschikt rustpunt ge komen. Yindt u goed, dat ik de volgende maal de rest behandel!" Die goede kapitein, hij wilde verder de rest behandelen! Hij bedoelde heusch de stof, niet de personen van het auditorium.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 348