339 - wijkingen moeten abnormaliteiten in waardeeringsbegrippen noodwen dig leiden. Ik voorspel de A. O. 1898 No. 69 geen lang leven. Er bestaat, we spreken toch over algemeene orders, ook nog een A. O. over de tenue, waarbij nadrukkelijk wordt vastgesteld welko uniform men aan moet of mag hebben bij het afleggen en ontvangen van bezoeken. Toen ik die order voor het eerst las, dacht ik „Dat is ongezellig, de dames ontvangen niet meer mede". Ik rede neerde toch zoo bij mezelf, dat er geen enkele grondige reden kan bestaan, waarom men in groot tenue bij de echtgenoote van een ko lonel en in klein tenue bij de ega van een overste bezoeken zou af leggen. Ik was dan ook eenigszins verbaasd toen ik zag dat ik mis- gedacht had de tweede iks recipieeren nog wel degelijk. Maar dan is het niet erg galant geweest die dames, die volgens Europeesche begrippen bij bezoeken nummer één zijn, zoo buiten haakjes te brengen. Aandoenlijk is ook het verschil tusschen hiërarchieke chefs en gewone meerderen (met hunne dames). Zit daar zoo iets in van het beginsel van den koddebeier. „Onthoudt je dag", of het meer christelijke: „De vreeze des Heeren is het beginsel der wijsheid Is het niet wat vreemd bij dergelijke voorschriften nog te denken aan eene particuliere verhouding buiten dienst tusschen officieren en officiersfamilies In Holland brengt men bezoeken bij hoog en laag in dezeltde tenue en dat is het juiste beginsel. Ook in dit opzicht zal het wel eens dagen in het Oosten; maar wanneer Mavoks.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 353