342
In het overzicht der expeditiën (buiten Groot-Atjeh) op blz. 251
treft het ons dat de schrijver zich niet geheel en al gehouden heeft
aan de periode waarover het gedenkboek handelt (3 Dec. 1890—31 Aug.
1898) een opmerking, die wij ook omtrent de beschrijving der Pedir-
expeditie moeten maken. De operatiën van 2027 Nov. 1890 in de
Bataklanden en die van 2627 Nov. 1890 naar Pantoen Rayoet behoorden
dus niet te zijn vermeld, terwijl het aan de andere zijde verwondering
baart, dat, nu de schrijver de grens niet zoo scherp heeft getrokken,
met geen enkel woord gewag is gemaakt van de belangrijke Edi-expe-
ditie van 1890.
Verwondering moet het ook wekken dat de schrijver geen kennis
heeft gedragen van de bij besluit van 6 Aug. 1898 No. 7 (Bijblad Ind.
Stbl. No. 5308) tot stand gekomen belangrijke reorganisatie van het Le
gioen van Mangkoe Negara. Red.
De militaire strafgevangenis, tevens liuis van
fletentie, te Tjimahi; alsmede beschouwingen
over het militaire strafstelsel op grond van
crimineel-anthropologische en psychiatrische on
derzoekingen bij de gestraften aldaar; door den
offic. van gez. J. H. Anschütz. Eerste gedeelte.
Batavia. H. M. van Dorp en Co. 1899.
Bij het doorbladeren yan het belangrijke in brochurevorm vervatte
geschrift van den heer Anschütz was het aanvankelijk ons voornemen
het door een medicus-psychiater aan een deskundige beoordeeling te
doen onderwerpen. Bij nader inzien zijn wij echter van dit voornemen
afgestapt, omdat wij overtuigd zijn, dat aan de belangrijke studie in de
vakbladen zeer zeker de noodige aandacht geschonken zal worden.
Den niet deskundigen lezer zij het werkje in alle opzichten ter lezing
aanbevolen. Klaarblijkelijk is het boekje ook voor leeken geschreven
en ligt het in de bedoeling van den schrijver, dat een ieder onzer er
kennis mede maakt. Nu, die kennismaking zal niet tegenvallen, wij
allen kunnen er veel belangrijks in vinden, veel dat ernstig der over
weging waard is, veel dat wij gaarne zullen onderschrijven.
Zoo gaarne zouden wij in het kort den inhoud wedergeven ten
einde daardoor tot lezing uit te lokken, doch de stof leent zich daar
niet best voor en wij zouden al licht in de verzoeking komen te uitge
breid te worden.
Wij zullen daarom volstaan met het volgende.
Het hoofddoel van den schrijver is geweest er op te wijzen hoe de
misdadiger min of meer als een zieke beschouwd moet worden, handelende
onder den invloed of ten gevolge van lichamelijke en andere anoma-
liën. Schrijver wijst er op hoe een goede gevangenis aan dezelfde