24 tuurlijken aauleg voor slechte eigenschappen ontwikkelde door de om gang met zijn rasgenootenmij dunkt de schrijver moet het al bizonder ongelukkig getroffen hebben, of alleen de slechte zijde van Kromo hebben beschouwd, ivanneer het liem nog nietevenals mij cn vele anderen, is opgevallen, dat het gros van de pas in dienst ge treden inlandsche soldaten, zich zoowel in als buiten dienst toelegt op het verkrijgen van de van hun vereischte kennis en kundigheden, dat het zich in alle opzichten veel fatsoenlijker gedraagt dan de meeste EuropeeBche kameraden, dat naast lichamelijke ontwikkeling een krachtige ontwikkeling van den geest plaats vindt, die zich op verschillende wijze, doch bij het meerendeel ten goede uit. 2e. Door ons zeide ik daar straks, Neen wij waren het niet, die hem tot een willige exerceermachine maakten en hem het hoofd vol propten met tal van kundigheden van twijfelachtig nut, neen, daartoe waren tvij, officieren, niet in staat, wij hadden in den aanvang alleen toe te zien, dat de oefeningen in voorschriftmatige volgorde werden gehouden uit de resultaten moest ons blijken dat, althans voor het practisch gedeelte, het inlandsch kader zijn plicht had gedaan, want wij leenden de taal niet. Zeer zeker is het een groote fout in het opleidings-systeem van den voor Indië bestemden officier, dat daarbij een zoo belangrijk en broodnoodig leervak geheel wordt verwaar loosd, terwijl aan de beoefening van tal van voor de z. g, algemeene ontwikkeling onmisbare wetenschappen, waarvan het practisch nut waarschijnlijk nog aan niemand is gebleken, meerdere lesuren wor den gewijd. Doch al waren wij bij onze taak in die eerste periode toegerust met de noodige taalkennis, dan nog is het aan twijfel onderhevig, of dit tijdperk wel het juiste zou zijn, om den „mensch" Kromo op te voeden tot den soldaat van dien naam. Mijns inziens is dit niet het geval. Wanneer van Kromo in zijn recrutentijd gevorderd wordt, dat hij zijn geest van den bolster ontdoet, die dezen tot nog toe omvatte, die het denken, laat staan nadenken, onmogelijk maakte, dan stelt men hem al op een harde proef. Voor zijn opvoeding eigent zich veel meer het eerste verblijf van den inlandschen soldaat bij een veldbataljon. Daar aangekomen, is hij eenigszins gewend aan tucht, heeft voldoende van de behandeling zijner wapens geleerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 36