DE PASANGAA EXPEDITIE in 1898. Vervolg van blz. 296 en slot). Den 15den Oct. te 7 u. V.M. werd de marsch van uit Telok- Seumawé aangevangen, en na den weder herstelden laguneweg te heb ben gevolgd, over Panggoel, Tjoenda, Oeteuën Kot en Blang Gedong naar Kandong gemarcheerd, waar van 9 1/2 10 l/1 uur gerust werd. Yan de inmiddels vooruitgereden cavalerie werd hier bericht ontvan gen dat de Aloeë Broë doorwaadbaar was bij de monding, waarop te 10a/4 uur dit riviertje gepasseerd en te 11 uur de Koewala Meu- ra'sa bereikt werd. Daar deze op dat oogenblik ondoorwaadbaar was, werd begonnen met behulp van prauwen en sampans de troe pen over te zetten naar de Keudé Meura'sa. Hier maakten T. Bintara Bajoe, en zijn Panglima Prang, Oemar, hunne opwachting en berichtten dat Geudong vijandig was en zich in Blang Pria zou verdedigen. Te 1 uur N.M., toen alles over was, werd de marsch langs het strand vervolgd tot Lantjoek en hier om 1 u. 50 Zuidwaarts af geslagen naar de Keudé Bajoe, welke tengevolge van een groot moe ras, dat moest worden omgetrokken, eerst te 3 uur werd bereikt. Oost van ons, aan de overzijde van eene 1000 M. breede sawah, lag Blang Pria, benevens de versterkte Keudé van Geudong, waar tot nog toe geen vijand werd bespeurd. Het volgende bevel werd daarop verstrekt Missigit Bajoe, 3 uur N.M. Aan Commd4. marechaussée en C'. 2da Baton. Tegen missigit Geudong en Blang Pria zullen de marechaussée in gevechtsformatie oprukken. Twee compien. 2de Baton. in de gevechts- 'inie op den rechtervleugel van de marechaussée, een comp16. 2da BaLon. rechterflankdekking, de 4de compie. 2da Baion. reserve. Het 14de Baton. volgt met den trein, en vormt de algemeene reserve" Te 3 u. 15 rukte het geheel voorwaarts, waarop al spoedig een Dl. I, 1899. 24 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 373