360
hevig geweer- en kanonvuur uit Blaag Pria en de ter weerszijden daar
van gelegen kampongranden ontbrandde. Daar de vijandelijke stel
ling eene zeer groote lengte had, werd om mogelijke flankaanvallen
op onze linie tegeD te gaan, aan de voorste comp10. van het 14de Bat01,
de last gegeven om den aanval der marechaussée te steunen, en den
linkerflank daarvan te dekken.
De trein en de overige compien. van het 14ie Baton. stelden zich
op aan den "Westelijken aawahrand nabij kg. Bajoe, terwijl de cava
lerie, die oorspronkelijk ter verkenning vooruitgegaan was, zich op
den uitersten linkervleugel verzamelde.
Te 33/4 u. was de gevechtslinie tot op een 100 M. van de
vijandelijke stelling genaderd en ging tot den stormaanval over, welke
door den vijand niet werd afgewacht. Onmiddellijk werd nu doorgerukt
naar den oever van de Paseirivier, aan de overzijde waarvan de Atjehers
zich in de missigit en in uitgestrekte loopgraven verzameld hadden.
Terwijl de Staf, en daarna ook de trein met de reserve, naar Blang
Pria doormarcheerde, trachtten de voorste afdeelingen met hun vuur en
door het werpen van dynamietpatronen den vijand te verdrijven uit
zijne stellingen aan de overzijde der rivier. Daar dit slechts gedeel
telijk gelukte, werden op verschillende punten der rivier kleine vlot
ten vervaardigd om de i 15 M. breede en ondoorwaadbare rivier
over te steken.
Aan een gedeelte van het 14de Bat°a. onder den leu luit. van Bakel,
dat het eerst over was, gelukte het eene bende aan de overzijde te
verrassen, en toen spoedig daarop meerdere afdeelingen volgden, was
de vijand weldra verdreven, en ook de rechteroever in onze handen.
De vijand had 16 dooden en een tiental stukken geschut in onze
handen gelaten, terwijl aan onze zijde 1 Amb. fuselier gesneuveld en
7 minderen en dwangarbeiders niet levensgevaarlijk gewond waren.
Aan beide zijden der rivier werd nu het bivak betrokken, waar de
laatste troepen eerst om 71 2 u. N.M. onder dak waren.
Dienzelfden avond nog werd middels een vertrouwd Atjeher een
bevel voor den commd'. der exp. scheepsmacht naar Telok Seumawé
verzonden, inhoudende de opdracht om den 18dea de vivresprauwen
op de Kertirivier met gewapende sloepen te dekken en deze tot de
kampong Araboengkoe op te voeren.