363 werd. Na nog drie breede en zware sawabs te zijn overgetrokken, die van elkander gescheiden waren door de kampongs Beureugang en Poelan, werd om 2 uur N.M. de kampong Araboengkoe bereikt. Daar de Kertirivier ondoorwaadbaar was, en ter plaatse geen woningen werden aangetroffen, marcheerde de colonne stroomafwaarts tot Kg. Aloeë Keudjreuën en betrok hier het bivak te 4 uur N.M. Hier werd een schrijven ontvangen van T. Tjihik Araboengkoe, overvloeiende van vriendschapsbetuigingen, doch tevens meldende dat hij naar het gebergte vertrokken was. Aan de Tjoet Nja Kerti werd kennis gegeven, dat den volgenden morgen eene flottielje de rivier zou opstoomen en haar opgedragen voor de veiligheid daarvan te zorgen. Den 18d8n 's middags te 12£ uur kwam de flottielje dan ook zonder bemoeiljjkt te zijn in het bivak, medebrengende vivres, aanvulling en res. munitie. Te 2 u. 30 keerde zij terug met de zieken. Bevel voor 19 Oct. Bivak Aloeë Keudjreuën, 18 Oct. 7 uur N.M. Morgen ochtend te u. V.M. wordt opgerukt door het bedekte terrein langs den linkeroever der Kertirivier door Lho Soekoen, dat vijandig is, in de richting van Toempoeh Peureulah. Ook Matang Oebi aan de overzijde der rivier is geheel vijandig; als van daar gevuurd wordt en de rivier op die hoogte ondoorwaadbaar is, moet zooveel mogelijk gedekt worden gemarcheerd. MarschindeelingCavalerie als voorhoede-cavalerie vooruit. Voorhoede: Marechaussee. 2 Sectie genietroepen. Hoofdcolonne: Het 2ae Bataljon, met een ambulance achter de voorste compagnie. Twee compien. 14de Batou. Ambulance. Trein. Achterhoede: Twee compien. 14de Bat011. Plaats bevelhebber: Achter de voorhoede. De bevelhebber (w g.) vas Heutsz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 377