367
sawah gekomen tusschen de kampongs Boedjo en Soembo, en rukte
naar Kg. Niboeng op.
Daar trein en achterhoede echter bij hot deboucheeren op de zware
moeras-sawah met vuur achtervolgd werden, liet de bevelhebber die
troepen opaluiten, en legde daarna een hinderlaag waardoor men er
in slaagde 3 der achtervolgers neer te leggen.
In Zuid-richting werden talrijke benden waargenomen, die naar de
zijde der Paseirivier trokken.
Om 11 uur rukte de colonne de kampong Soembo binnen en
bereikte te 12 uur Matang Minieu, van waar zonder door den vjjand
bemoeilijkt te zijn de Kroeng Paaei bij Teupiën Dji werd gevonden.
Langs den rechteroever werd nu stroomafwaarts gemarcheerd naar
het oude bivak in kampong Madan, waar de voorhoede te 2 u. 40
N.M. aankwam. Onderweg werden nog eenige gewapende Atjehers
neergelegd, evenzoo in kampong Madan waar enkele fanatici in het
bivak trachtten binnen te dringen. Dien dag kregen wij 5 lichtge
wonden, terwijl de vijand 18 dooden in onze handen liet.
Met behulp van het vlot, dat gedeeltelijk nog ter plaatse aanwe
zig was, werd één comp16. 14de Baton. overgezet om den linkeroever
te bewaken, van waar nu en dan nog schoten op het bivak werden
afgegeven.
Gedurende den nacht van 20 op 21 Oct. vielen zware regens, die
een hevige bandjir in de rivier veroorzaakten. Niet dan met veel
moeite kon de compagnie, die op den linkeroever gebivakkeerd had,
dan ook den volgenden morgen worden overgezet. Van een
marcheeren langs den linkeroever was nu geen sprake meer,
zoodat besloten werd met de geheele colonne naar Blang Meh op
te rukken en te trachten daar de Koewala Pasei, die ondoorwaadbaar
was, over te steken.
In verband hiermede werd het volgende bevel uitgegeven.
Bivak Madan, 21 1098. u. Y M.
Bevel voor heden.
In dezelfde volgorde als gisteren, doch met omwisseling der batal
jons, wordt afgemarcheerd in algemeen Noord, richting naar Blang
Meh waar de rivier moet worden overgestoken. Het volgen van den