369 bekend gemaakt, vertrok de bevelhebber den 25sten Oct. per s.s. van Diemen naar Segli, terwijl de marechaussee per s.s. Flamingo naar Oleh-leh werden overgevoerd. Dagorder. N°. 2. Heden mocht ik het ondervolgende telegram ontvangen van zijne Excellentie den Commandant van het Leger: „Het is mij een aangename taak aan bevelhebber der Pedirexpeditie „en aan officieren en minderen van land- en zeemacht, die deel heb- „ben genomen aan die expeditie en aan de krijgsverrichtingen in Edi „en Peusangan, de bijzondere tevredenheid te mogen betuigen van „Zijne Excellentie den Gouverneur-generaal over de uitstekende wijze „waarop zij zich daarbij van hunne taak hebben gekweten, over de „toewijding en volharding trots vele moeilijkheden, door hen daarbij „betoond." Legercommandant iv.g Swart Telok Seumawéy 22 October 1898. De bevelhebber w.gvan Heütsz. Dagorder N°. 3. Officieren, onderofficieren en minderen van de expeditionnaire macht op Atjeh's Noord- en Oostkust. Bijna vijf maanden zijt gij thans te velde geweest. In dien tijd zijn de Pidiëvallei en Moekim YII in alle richtingen door kruist, hebt gij daar, in het Edische, in Peusangan en Gedong gestreden. Door Uwen moed, Uw beleid, volharding en toewijding hebben onze wapenen overal gezegevierd en zijn den vijand gevoelige verliezen toegebracht, getuige de 500 dooden, die hij in onze handen moest laten. Zeer veel is van Uwe krachten gevorderd moeten worden, en steeds hebt gij met opgewektheid Uwen plicht gedaan, zelfs dan wanneer de uiterste inspanning van U is moeten worden gevraagd. Mijn hartgrondigen dank daarvoor.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1899 | | pagina 383